De Nederlandse bijdrage aan de missie tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS) stopt wanneer de opmars van IS is gestuit. Het kabinet verwacht dat dit in maximaal twaalf maanden is gebeurd.
‘Moet het kabinet er rekening mee houden dat de missie in Irak langer gaat duren dan verwacht?’ Deze vraag is, met oog op eerdere missies in Irak en Afghanistan, niet helemaal uit de lucht komen vallen. Met een echt antwoord komen de ministers Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken, PvdA) en Jeanine Hennis Plasschaert (Defensie, VVD) niet in een brief die zij woensdag aan de Tweede Kamer stuurden.
Twaalf maanden
‘De Nederlandse bijdrage komt ten einde als de opmars van ISIS duurzaam is gestopt en de strijd met andere middelen kan worden voortgezet of na een vooraf afgesproken tijdsduur, waarna aflossing door een partner moet plaatsvinden. Daarbij wordt uitgegaan van een periode van twaalf maanden,’ schrijven de ministers.
De missie duurt dus maximaal twaalf maanden, maar als de opmars van IS dan nog niet is gestopt, wordt de operatie mogelijk verlengd.
Budgetten
De vraag is of het ministerie van Defensie dit aankan. Om de inzet van F-16’s en militaire trainers te kunnen betalen, spreekt het kabinet nu al budgetten aan die zijn bedoeld voor 2017 tot en met 2019. En wat als de missie langer duurt?
‘De financiering is hoofdpijn,’ vindt VVD-Kamerlid Han ten Broeke. Zijn collega, CDA’er Raymond Knops, is het daarmee eens. ‘Feitelijk zegt het kabinet dat er over een paar jaar geen crises meer mogen plaatsvinden die we militair willen helpen oplossen. Men hanteert de “kasschuif” – Haags jargon voor: er is geen geld.’ Dat moet veranderen, vindt hij.
Verouderd
Bovendien zijn de Nederlandse F-16’s sterk verouderd. De huidige vloot van Nederlandse F-16’s is in gebruik sinds midden jaren 80, begin jaren 90 en had eigenlijk al moeten worden vervangen door de F-35. De PvdA wil geen Nederlandse F-16’s boven Syrië vanwege het ontbreken van een volkenrechtelijk mandaat. Maar de VVD zou zich vooral zorgen hebben gemaakt over het geavanceerde afweergeschut in Syrië. Hier zouden de verouderde F-16’s niet tegen zijn opgewassen.
Over de vraag of de aanval op Syrië legitiem is, wil het kabinet zich niet uitspreken. Ook over het leveren van wapens aan ‘gematigde rebellen’ willen de ministers niet veel kwijt. ‘Of het bewapenen van groepen voor de Verenigde Staten in Syrië conform het internationaal recht gebeurt, is een verantwoordelijkheid van de Verenigde Staten. Het kabinet is niet op de hoogte van de details van deze leveranties.’
Geen islam
De uitspraak dat IS niets met de islam te maken heeft, zoals onder anderen uitgesproken door de Amerikaanse president Barack Obama, lijkt voorzichtig door het kabinet te worden onderschreven.
‘Het kabinet treedt niet in strikt religieuze kwesties. Het kabinet constateert evenwel dat het overgrote deel van de Islamitische wereld de acties van ISIS veroordeelt. Dikwijls wordt dit gemotiveerd door te zeggen dat ISIS vanwege het gebruikte geweld en de wreedheden niet een islamitisch karakter kan hebben. Daarbij moet worden bedacht dat het overgrote deel van de slachtoffers van ISIS moslims betreft.’