Een Turkse officier van Justitie zegt over bewijzen te beschikken van Turkse wapenleveranties aan terroristische organisaties. Nederland wil er nog altijd niets van weten en zegt ‘geen indicaties’ te hebben van Turkse steun aan Islamitische Staat (IS).
Andere minister, zelfde departement: met de komst van minister Bert Koenders (PvdA) is het beleid bij buitenlandse zaken richting Turkije in ieder geval ongewijzigd gebleven.
Geen bewijs
Zijn voorganger Frans Timmermans (PvdA) zag nooit de noodzaak om zijn Turkse collega om opheldering te vragen over mogelijke steun van de regering aan jihadistische groeperingen. Ook in een internationaal onderzoek naar de mogelijke misstanden ziet het kabinet niets.
Intussen heeft de Turkse oppositieleider Kemal Kılıçdaroğlu tijdens een fractievergadering in het Turkse parlement gezegd over verklaringen te beschikken van de hoofdofficier van justitie in Adana (waar de Nederlandse Patriots zijn gestationeerd) waarin hij wapenleveranties aan IS bevestigt.
De verklaringen van de officier van justitie konden voor de nieuwe minister Koenders een aanleiding zijn om een strengere toon richting Turkije aan te slaan dan zijn voorganger Timmermans. Maar dat lijkt Koenders niet van plan te zijn. De boodschap van de nieuwe minister in zijn antwoorden op Kamervragen van CDA, SP, PVV, ChristenUnie, SGP, Partij voor de Dieren en Groep Bontes/Van Klaveren is helder: er is geen enkele aanleiding om Turkije op de vingers te tikken voor iets wat niet met harde bewijzen kan worden aangetoond.
Driewerf neen
Beschikt de minister dan in ieder geval over indicaties? Het antwoord is nee. Wil de minister dan in het verhaal horen van de officier van justitie in Adana? Nee, dat wil de minister niet. En wil hij zijn ambtsgenoot om uitleg vragen? Het antwoord kunt u raden.
‘De Turkse overheid heeft de berichten en aantijgingen ontkend. Het kabinet heeft geen reden hieraan te twijfelen,’ luidt het antwoord van Koenders. Ankara hoeft voorlopig niet bang te zijn voor een boze brief uit Den Haag.