Alle ambassadeurs en andere leiders van Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland zijn deze week in Nederland voor de ambassadeursconferentie. Elsevier sprak met de Nederlandse ambassadeur in Turkije: Ron Keller
‘Mijn oprechte waarneming is dat de grote meerderheid van de Turkse bevolking de hoop en de verwachting heeft dat Turkije zo snel mogelijk lid zal worden van de EU.’
Het zijn de woorden van de Nederlandse ambassadeur in Ankara (Turkije) Ron Keller (56). De diplomaat lijkt een neusje te hebben voor landen waar Nederland een bijzondere relatie mee heeft of krijgt. Zo was Keller tussen 2009 en 2013 ambassadeur in Moskou en daarvoor gestationeerd als hoofd van de ambassade in Kiev (Oekraïne).
Geschiedenis
Over Rusland zegt Keller: ‘wat daar op dit moment gebeurt, heeft een voorgeschiedenis, dat komt absoluut niet uit de lucht vallen. Het is de taak van een post in het buitenland om continu trends in de gaten te houden, je moet vooruitkijken, net als met autorijden, om grote verrassingen in de toekomst te voorkomen’.
Maar om goed vooruit te kúnnen kijken, is het volgens Keller essentieel om een land goed te begrijpen. En dat doe je door je te verdiepen in de geschiedenis.
‘De Turken zijn erg trots op hun geschiedenis. Het Ottomaanse rijk heeft heel lang bestaan en dat vind je terug in het huidige Turkije. De Ottomanen onderhielden eigenlijk een hele grote multiculturele samenleving waar vele etnische groepen naast elkaar konden leven. Dit werd bij elkaar gehouden door een sterk centraal regime in combinatie met tolerantie voor verschillende etnische groepen. Er zijn ook hele erge dingen gebeurd, ik wil de geschiedenis niet romantiseren, maar we hebben op dit vlak wel wat van de Turken geleerd, denk ik.’
Gastvrij
Na een avontuur in Oekraïne en Rusland had Keller geen enkel probleem om te aarden in Turkije. ‘Enorme gastvrijheid zit diep in de Turkse cultuur. Dat is echt niet gespeeld. Je voelt een groot respect en dat is heel prettig als je nieuw bent. Je hoeft je niet te bewijzen als gast, of je nou toerist bent of ambassadeur. Dat is in Rusland wel iets anders. Daar krijg je het gevoel dat je eerst je stempel moet drukken, iets van jezelf moet laten zien. Hier word je meteen opgenomen. Mede dankzij die openheid hebben ik en mijn collega’s in anderhalf jaar tijd een heel uitgebreid netwerk kunnen bouwen in heel Turkije’.
Wat het werk van de ambassadeur gemakkelijker maakt, is dat Nederland en Turkije een lange geschiedenis met elkaar delen. ‘Alle Turken kennen Nederland. Miljoenen mensen hier hebben een directe band met Nederland via een of meerdere familieleden. Nederland en Turkije onderhouden een vriendschap van 402 jaar. In al die jaren was er nooit oorlog, maar samenwerking en wederzijds respect. Zo delen we natuurlijk de geschiedenis van de tulp. Turken zijn er heel trots op dat ze samen met Nederland van de tulp een wereldproduct hebben gemaakt. En natuurlijk zijn er de Wesley Sneijders en de Dirk Kuijten die wekelijks op de voetbalvelden schitteren en dan op maandag alle voorpagina’s van de sportkranten halen.’
Samenwerking
Wat in de ogen van Keller wel wat beter kan is de economische samenwerking tussen Nederlandse en Turkse bedrijven. ‘Nederlandse bedrijven hebben Turkije misschien wat links laten liggen. In de zogeheten BRICS-landen zit helaas geen T. Maar er liggen hier enorme mogelijkheden. Sommige bedrijven hebben dat goed begrepen. Zo heeft scheepsbouwer Damen Shipyards een kleine werf in Antalya. Daar komt nu een tweede werf bij. Damen heeft ontdekt dat je in Turkije voor een goede prijs kwalitatief hoogstaande schepen kunt bouwen. En weinig mensen weten waarschijnlijk dat veel “flaps” en “kabels” en ander luchtvaartmaterieel voor de Airbussen en Boeings waar wij in vliegen door Fokker in Izmir worden gemaakt.
Volgens Keller heeft Turkije de afgelopen jaren een enorme economische ontwikkeling doorgemaakt. ‘Turkije is beschermd gebleven van de grote financiële crisis. Er is juist veel kapitaal naar Turkije gegaan en dat is in concrete zaken gestopt. Er zijn vliegvelden gebouwd, huizen, scholen en ziekenhuizen. De afgelopen jaren hebben de meeste Turken, in alle lagen van de samenleving, van noord naar oost en zuid naar west, geprofiteerd van hoge economische groei. Miljoenen Turken hebben werk gekregen of maakten promotie. Ze kregen beter onderwijs, betere gezondheidszorg, betere huisvesting. Dit land heeft een enorme sprong gemaakt in de basisvoorzieningen. Natuurlijk zijn er ook zorgen of deze groei doorzet. In de directe buurlanden, zoals in Syrië en Irak, gaat het om bekende redenen erg slecht. Daarom kijken de Turken ook verderop. Turkije is een wereldmacht. En Nederland kan hiervan profiteren.’
Zorgen
De afgelopen periode komt Turkije in Nederland af en toe negatief in het nieuws. Er zijn zorgen over de persvrijheid en het functioneren van de rechtsstaat onder president Recep Tayyip Erdogan. Anderzijds maken de Turken zich zorgen over racisme en xenofobie in Nederland. Deze discussies spelen natuurlijk ook in Turkije, zegt Keller.
‘Turken zijn heel politiek actief. Er wordt hier voortdurend gediscussieerd, in koffiehuizen, bij bushaltes en bij ons op de ambassade. Natuurlijk maken ze zich zorgen en dat spreken ze ook uit. Het is onze taak om dan dingen uit te leggen, ervoor te zorgen dat niets uit z’n verband wordt getrokken. Maar we moeten het ook niet overdrijven. Ik kan niet zeggen dat er in Turkije bijzonder veel aandacht aan wordt besteed. Men maakt zich hier veel meer zorgen over de vele vluchtelingen die het land opvangt. Al meer dan 1,7 miljoen vluchtelingen heeft dit land nu opgevangen in 24 kampen. Dit doet Turkije op een indrukwekkende manier. Alle kampen voldoen aan de hoogste standaarden. Er wordt onderwijs gegeven, er is televisie, er zijn supermarkten, wasserettes. Maar goed, de meeste vluchtelingen willen natuurlijk maar één ding en dat is naar huis gaan, en dat kan voorlopig niet. Dit zijn zaken die veel Turken, en mij ook, raken.’
Vriendschap
De recente diplomatieke spanningen tussen Nederland en Turkije wil de ambassadeur niet bestempelen als ‘wrevel’. ‘Daarvoor is onze langjarige vriendschap veel te hecht. De Turken zien ons nog altijd als een open en modern land. Maar er zijn ook zorgen. Turkije heeft een traditie waarin religieuze groepen goed met elkaar kunnen samenleven. Ze maken zich zorgen over de manier waarop er wereldwijd met minderheden wordt omgegaan, niet alleen in Nederland. Ze zien algemene tendensen van xenofobie en racisme, een negatieve houding tegen de islam. Die zorgen delen ze ook met Nederland. Ons kabinet heeft dit opgepakt, tot tevredenheid van de Turken.
Omgekeerd zijn er natuurlijk ook zaken waar wij ons zorgen over maken. Zo praten wij veel over de persvrijheid. Turkije is een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie, het is dus logisch dat we ze aan de criteria proberen te houden. Maar de Turken willen dit ook zelf. Iedere nieuwe wet wordt op EU-criteria getoetst, daar hoeven wij niets voor te doen. En de nieuwe regering onder president Erdogan heeft van EU-toetreding zijn speerpunt gemaakt. Toen Erdogan werd ingehuldigd zei hij dat zijn eerste prioriteit zou zijn het vastberaden nastreven van EU-lidmaatschap. Het beeld dat Turkije van de EU zou afbewegen klopt niet. Mijn oprechte waarneming is dat de grote meerderheid van de Turkse bevolking de hoop en de verwachting heeft dat Turkije zo snel mogelijk lid zal worden van de EU.’