Elsevier interviewde in 2009 de oprichter en toenmalige hoofdredacteur van Charlie Hebdo, Philippe Val. Hij vertelt hoe zijn blad symbool staat voor de vrijheid van meningsuiting: ‘We leven niet in de Middeleeuwen’.
Waarom mengt u zich in het publieke debat? ‘Mijn weekblad Charlie Hebdo is een symbool voor de vrijheid van meningsuiting. Zonder advertenties, compleet onafhankelijk. Voor ons is het essentieel dat de vrijheid van meningsuiting niet afhankelijk wordt van religieus terrorisme, van welke godsdienst dan ook. Daarom hebben we twee jaar geleden de Deense tekeningen van Mohammed afgedrukt.’
Ontwaakt
Wanneer bent u ‘ontwaakt’? ‘Ik werd me voor het eerst bewust van het gevaar van de radicale islam toen ik in 1979 zag hoeveel impact de islamitische revolutie in Iran had op de moslimwereld. Ik zag dat een vriend uit Algerije, een intelligente man, plotseling moslimbroeder werd. De radicalisering begon niet in de lagere klassen, maar aan de universiteit.’
Welk gevaar ziet u? ‘De scheiding tussen kerk en staat wordt bedreigd. Wij zijn bijvoorbeeld voorstander van het verbod op hoofddoekjes op school. Het is in strijd met de Grondwet om een meisje naar school te sturen met een symbool van onderdrukking op haar hoofd.
Angst
Bovendien leidt moslimfundamentalisme tot angst. En tot stommiteiten zoals van oud-president Jacques Chirac, die onze publicatie van Mohammed-karikaturen een “manifeste provocatie” noemde. Het uitoefenen van een recht is nooit een provocatie. Hoe kan het volk in een democratie zich een eigen mening vormen zonder dat de tekeningen gepubliceerd waren? We leven niet in de Middeleeuwen.’
Twijfelt u weleens aan uw opvattingen? ‘Nee. Tenminste, ik luister altijd naar ieders argumenten en op het moment dat iemand betere argumenten heeft dan ik, verander ik van mening. Maar ik ben ervan overtuigd dat de wetten die de scheiding tussen kerk en staat waarborgen, de hoeksteen zijn van de democratie.’
Een paar gekken
Hebt u overwogen zich terug te trekken uit het publieke debat?
‘Zolang er een debat is waarin iedereen aan het woord komt, trek ik me niet terug. Ik weet waaraan ik ben begonnen. Als voorstander van een hoofddoekverbod ben ik met de dood bedreigd. Na de Mohammed-cartoons opnieuw. ‘Ik word permanent beschermd, maar daar wil ik niet te gewichtig over doen. Het zijn een paar gekken. Ik weet dat de moslimextremisten bestaan, net zoals er katholieke en rechts-extremisten zijn. Als je je uit angst voor hen terugtrekt, houdt het debat op en daarmee de democratie.’
Ondervindt u in uw omgeving veel weerstand tegen uw uitgesproken opinies? ‘In het begin wel, maar we hebben veel meer medestanders gekregen sinds we het proces hebben gewonnen tegen de moslimorganisaties die onze Mohammed-uitgave wilden verbieden.’
Wat vindt u van de consternatie in Nederland rond de anti-Koranfilm van Wilders?
‘Ik vraag me af waarom de fundamentalisten en Geert Wilders elkaar niet eens ontmoeten. Het is een kwestie van fascisten tegen fascisten. Ze lijken me voor elkaar geschapen. Het enige wat hij kan, is herhalen wat zij zeggen. Hij is hun best denkbare woordvoerder. In het gunstigste geval zouden ze door met elkaar om te gaan, beiden matigen.’