De Syrische president Bashar al-Assad wijst deelname aan internationale onderhandelingen over Syrië af. ‘Uitspraken van buitenaf hebben geen betrekking op ons,’ zei de Syrische president, verwijzend naar uitspraken van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry op zondag.
Dit zei Assad maandag op de Syrische staatstelevisie, meldt NBC News. De uitspraak is een reactie op de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry, die zondag aangaf op zoek te zijn naar ‘manieren om Assad onder druk te zetten’ om mee te doen aan onderhandelingen over een politieke transitie in zijn land om het conflict te beëindigen.
Het gebruikelijke Amerikaanse standpunt, namelijk dat Assad eerst op moet stappen, is hiermee van tafel. Kerry zei hierbij dat zowel de Verenigde Staten als andere landen, die hij niet bij naam noemt, de manieren om druk op te voeren aan het inventariseren zijn.
Steun
Kerry hoeft niet vanuit alle kanten op steun te rekenen. Frankrijk, een grote bondgenoot van Amerika en tevens een fel tegenstander van Assad, heeft al aangegeven zijn positie ten opzichte van Assad niet te willen veranderen en niet open te staan voor deelname van de president aan diplomatieke onderhandelingen over Syrië. Wel verwelkomt het land deelname van ‘leden van het regime’ en van de oppositie.
Ook Turkije ziet nog altijd geen heil in onderhandelingen met Assad. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu noemde de opkomst van IS en het regime van Assad beiden moeten worden geëlimineerd om een politieke transitie in het land te veroorzaken, schrijft Hurriyet.
Assad zei wel dat een verandering van de ‘internationale houding’ ten opzichte van zijn regime positief zou zijn, maar dat ‘elke discussie over de toekomst van de Syrische president voor het Syrische volk is. Uitspraken van buitenaf hebben geen betrekking op ons,’ aldus Assad. Verder zei de Syrische president ook ‘daden af te wachten’ in plaats van woorden.
Terroristische organisaties
De regering van Assad wil dat landen stoppen met het financieren van ‘terroristische organisaties’ die strijden tegen het Assad-regime. Hieronder vallen ook de gematigde Syrische rebellen, die internationale steun ontvangen voor onder meer hun strijd tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
De burgeroorlog in Syrië begon in 2011, toen na een oproep op Facebook tientallen Syriërs de straat opgingen om te protesteren tegen het regime van Assad. De demonstratie begon vreedzaam, maar verhardde al snel.
Het leger van Assad sloeg hard in op betogers, waarna ook opstandelingen zich begonnen te bewapenen. Intussen hebben terroristische organisaties, waaronder IS, hun opmars gemaakt in Syrië en inmiddels ook in Irak.
Sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië zijn er naar schatting 215.000 mensen om het leven gekomen. Ongeveer vier miljoen Syriërs zijn vanwege het aanhoudende geweld op de vlucht geslagen.