Een aantal eurolanden heeft geklaagd bij de voorzitter van de Europese top Donald Tusk over het extra crisisberaad over Griekenland in de marge van een top in Brussel. Vooral België vindt dat het niet genoeg wordt betrokken bij het spoedoverleg.
De landen vinden bovendien dat besluiten over de Griekse steun thuishoren in de eurogroep, waarin de ministers van Financiën van de eurolanden met elkaar vergaderen.
Buitengesloten
De landen die wel werden uitgenodigd voor het crisisberaad, dat aangevraagd werd door Griekenland, zijn de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president François Hollande. Daarnaast zijn de voorzitters van de Europese instellingen aanwezig: de voorzitter van de eurogroep Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker en de president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi.
Met name de Belgen voelen zich buitengesloten. De Belgische premier Charles Michel noemt het ‘onderonsje’ tussen de eurolanden onaanvaardbaar: ‘ik heb geen mandaat gegeven aan Frankrijk en Duitsland om in mijn naam te onderhandelen.’ Ook zijn Luxemburgse ambtsgenoot Xavier Bettel was er graag bij geweest.
Niet zo’n punt
Premier Mark Rutte verklaarde voorafgaand aan de top het ‘niet zo’n punt’ te vinden dat hij er niet bij mocht zijn. Wel beschuldigt hij de Grieken ervan ‘vertragend’ te werken bij het vinden van een oplossing. Hij wees op de afspraken die Griekenland en Europa maakten op 20 februari, toen werd ingestemd met een verlenging van het steunprogramma. ‘De speelbal ligt nu bij Griekenland,’ aldus Rutte. Na 20 februari gebeurde er echter weinig.
Na de kritiek van de twee Benelux-landen heeft Tusk gevraagd of de behoefte aan een overleg met alle eurolanden bestond. Daar ging echter naar verluidt niemand op in. Tusk heeft de aanwezigen verzekerd dat er tijdens het crisisberaad geen concrete besluiten worden genomen.