De corrigerende tik als onderdeel van de Franse cultuur

'Philippe Turpin/Photononstop/HH'

In Frankrijk wordt een hartstochtelijk debat gevoerd over de (on)wenselijkheid van de corrigerende tik. De discussie is opgelaaid nu de Raad van Europa zich ermee is gaan bemoeien.

Perrine Blesch (31) herinnert zich nog de eenzame ­opsluiting in de voorraadkast, of de pets voor haar billen als ze ’s ochtends voor ­zevenen haar bed uit kwam. Ze sprak erover met collega’s van de zakenbank waarvoor ze werkt: kinderen heeft ze nog niet, maar een corrigerende tik af en toe kan geen kwaad, vindt ze.

Telefoon

‘Een van hen vertelde dat zijn zoontje er steeds met zijn telefoon vandoor gaat. Toetst dat kind tien keer een verkeerde toegangscode in, dan is zijn mobiel geblokkeerd. Maar hem een tik geven: ho maar! Je verbiedt een peuter aan je iPhone te komen en anders deel je een mep uit. Je gaat toch niet uren in debat met een tweejarige?’

Acht op de tien Fransen kregen vroeger billekoek en zijn tegen een verbod op de corrigerende tik. De discussie wordt al jaren gevoerd, maar is sinds kort opgelaaid nadat de Raad van Europa Frankrijk had veroordeeld omdat in het land het slaan van kinderen niet expliciet bij wet verboden is.

Franse cultuur

Het is een hartstochtelijk debat, waarin de klap al la passion française (de Franse passie) is genoemd. Voorstanders slepen argumenten uit de jaren vijftig aan – het zou ‘goed voor de bloedsomloop’ zijn – en noemen de klap een wezenlijk onderdeel van de Franse cultuur, waarin kinderen doorgaans strak worden gehouden.

Volgens de aanhangers van de corrigerende tik is het niet voor niets dat er in Frankrijk zelfs een woord is bedacht voor een pak voor de broek: la fessée, naar het woord voor bil, ‘fesse‘.

Maar de huidige generatie ouders bestaat vooral uit tegenstanders van billekoek. Zij gaan liever in gesprek met hun kind, zoals de jonge moeder Camille Garnier (31).

Toch ziet ook zij weinig in een verbod. ‘De overheid moet zich niet bemoeien met wat er achter de voordeur gebeurt. Straks mag je niet eens merde (‘shit’) meer zeggen in je eigen huis.’