De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) vermoedt dat Islamitische Staat (IS) misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven tegen burgers, waaronder kinderen, op zijn geweten heeft. Ze dringen bij de VN-Veiligheidsraad aan op vervolging.
Donderdag publiceerden de VN het onderzoek op basis van interviews met meer dan honderd overlevenden van de IS-aanvallen in Irak.
Het onderzoeksteam bevestigt dat IS verantwoordelijk is voor meerdere schendingen tegen verschillende etnische en religieuze minderheidsgroeperingen. Sommige overtredingen, waaronder moord, ontvoering en mishandeling, wijzen op genocide, staat in het rapport.
#ISIL may have committed war crimes, crimes against humanity and genocide in #Iraq – UN report – http://t.co/KazabPu1uA
— UN Human Rights (@UNHumanRights) March 19, 2015
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Uitroeien
De aanvallen op de religieuze groep jezidi’s vallen ook onder de beschuldigingen. De mensenrechtenraad schrijft dat alles ‘erop wijst dat IS de jezidi’s als groep wilde uitroeien’. De feiten ‘suggereren sterk’ dat hierbij sprake is van genocide.
Het rapport bevat daarnaast verklaringen die de beschuldiging van het gebruik van chloorgas door de terreurbeweging ondersteunen. Ook zouden gevangen genomen vrouwen en kinderen worden behandeld als ‘oorlogsbuit’ en vaak worden gebruikt als seksslaven.
Naast IS komt ook de overheid van Irak er niet genadig vanaf in het rapport. Het Iraakse leger en milities die vechten voor de kant van de overheid zouden zich ook schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden. Dit moet echter nog verder worden onderzocht, schrijven de VN-onderzoekers.
Vervolging
Alleen de Veiligheidsraad binnen de VN kan de verantwoordelijken doorverwijzen naar het Internationaal Strafhof in Den Haag. Deze rechtbank vervolgt personen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden.
Mocht de Veiligheidsraad de kwestie doorverwijzen, wordt vervolging van de misdaden nog geen gemakkelijke klus. Het Strafhof is afhankelijk van de uitlevering de verdachten: daar wordt meestal alleen aan meegewerkt door de staten die deelnemen aan het verdrag dat het Strafhof heeft opgericht. Syrië en Irak zijn – net als bijna elk land in die regio – niet tot het verdrag toegetreden en hebben deze niet geratificeerd.