Ook zonder IS is Libië extremistisch bolwerk

''

Dat IS nu ook in Libië groeit, krijgt terecht veel aandacht. Maar ook elders in het land regeren extremisten, met ideeën die vaak net zo radicaal zijn.

De grote aandacht voor IS versluiert een andere zorgwekkende ontwikkeling in ­Libië. Sinds afgelopen zomer bestuurt een alliantie van jihadisten en andere islamisten, die zich de Libische Dageraad (Fajr Libya) noemt, vrijwel de hele westelijke helft van het land.

De alliantie verjoeg de gekozen, seculiere regering uit de hoofdstad Tripoli. Met IS willen deze islamisten niks te maken hebben, zeggen ze, maar hun ideeën zijn vaak net zo radicaal.

Vechtgroep

Premier Omar al-Hassi van de Libische Dageraad was twintig jaar geleden lid van de Libische Islamitische Vechtgroep (LIFG), een organisatie die nauwe banden had met Al-Qa’ida. Na de val van Muammar al-Khaddafi, bijna vier jaar geleden, was Al-Hassi lid van de Shura Council in de stad Benghazi. Leiders van Ansar al-Sharia, in 2012 waarschijnlijk verantwoordelijk voor de moord op de Amerikaanse ambassadeur Christopher Stevens, zaten ook in die raad.

‘De huurlingen van IS zijn gevaarlijke gekken,’ zegt Jamal Zubia (58), woordvoerder van de Libische Dageraad. ‘Maar met Ansar al-Sharia is niks mis, daar hebben wij goede relaties mee.’ In zijn kantoor in Tripoli vertelt Zubia dat hij onlangs nog twee leiders van Ansar al-Sharia op bezoek had. ‘Heel nette mensen, die ziekenhuizen en scholen helpen opzetten. Ook zorgden ze afgelopen jaar voor orde en veiligheid tijdens de verkiezingen, zodat Libiërs onbelemmerd konden stemmen.’

Alcohol

Ansar al-Sharia doet inderdaad humanitair werk, maar dat de aanhangers democratie steunen, is onzin. Regels uit de Koran zijn volgens hen veel belangrijker dan wat de meerderheid wil. Op steeds meer plaatsen in Libië wordt een einde gemaakt aan gemengd onderwijs voor jongens en meisjes.

Vrouwen zonder hoofddoek krijgen het dwingende verzoek om hun haar te bedekken. Gemaskerde milities arresteren critici en Libiërs die alcohol bezitten.

Met  IS zijn de relaties slecht. De Libische Dageraad, waarvan ook de Moslimbroederschap deel uitmaakt, is volgens de nieuwe generatie jihadisten niet radicaal genoeg. In het laatste nummer van Dabiq, het magazine van IS, verklaarde de terreurorganisatie de oorlog aan het regime van Al-Hassi.

Een van de kritiekpunten is dat de Libische Dageraad samenwerkt met de Verenigde Naties, die vredesoverleg tussen de twee regeringen in Libië op gang proberen te brengen. Een echte jihadist onderhandelt niet met de vijand.

Zenuwachtige soldaten

De Libische Dageraad bagatelliseert de IS-dreiging. Dat delen van de Libische stad Sirte in handen zijn van IS, is volgens de regering in Tripoli een leugen. Maar toen de Libische Dageraad medio februari buitenlandse journalisten naar Sirte wilde brengen, hielden zenuwachtige soldaten de groep aan de rand van de stad ­tegen. De situatie was niet veilig, aldus de lokale commandant. De journalisten moesten rechtsomkeert maken.

Complottheorieën zijn populair in Libië. Leiders van de Libische Dageraad beweren dat de recente executie van 21 Egyptische christenen in scène is gezet. De gekozen Libische regering, die nu zetelt in de oostelijke stad Al-Bayda, zou de IS-dreiging overdrijven om een buitenlandse interventie mogelijk te maken.

Operatie Waardigheid (Amaliya al-Karama), zoals de seculiere regering in de volksmond wordt genoemd, hoopt met buitenlandse steun naast IS ook de Libische Dageraad te verslaan.

Hollywood

Vooral Egypte speelt een smerig spel,’ zegt Mohamed Ghirani (60), minister van Buitenlandse Zaken van de Libische Dageraad. Op de derde verdieping van zijn ministerie in Tripoli beweert Ghirani dat Egypte het plan heeft om het olierijke Libië in te lijven.

‘Er is geen enkel bewijs dat de 21 christenen zijn vermoord,’ zegt hij. ‘We hebben geen lichamen gevonden. Volgens specialisten zitten er allerlei trucages in de video van de executies. Het lijkt wel een product uit Hollywood.’

Activisten die strijden tegen islamisering, zijn de afgelopen maanden onder onopgehelderde omstandigheden vermoord. Eind februari werd in Tripoli het ­lichaam gevonden van Intisar al-Hasairi, een vrouw die werkte voor de organisatie Tanweer (Verlichting).

Vrijwel alle liberale kranten zijn verboden. Steeds meer seculiere Libiërs ontvluchten het land. Activisten die nog wel actief zijn, ontvangen doodsbedreigingen.

Al-Nabaa, een van de grootste televisiezenders in Libië, is de belangrijkste spreekbuis van de ­Libische Dageraad. De zender is eigendom van Afghanistan-veteraan Abdelhakim Belhadj, die net als premier Al-Hassi in de jaren negentig actief was in de Libische tak van Al-Qa’ida.

Een jihadist die in Syrië vocht, Mehdi al-Herati, is sinds kort burgemeester  van Tripoli. Ook zonder IS is Libië een extremistisch bolwerk.