Premier Mariano Rajoy schermt met fraaie economische cijfers, maar partijgenoten staan klaar om hem de afgrond in te duwen.
Een verkiezingsjaar met de eerste rampzalige uitslagen, nog somberder voorspellingen en partijbestuurders die elkaar de tent uitvechten. Het gaat in Spanje niet erg goed met de regerende conservatieve Partido Popular. Maar volgens premier Mariano Rajoy is er niets aan de hand.
‘Ik doe geen oproep tot eenheid, want deze partij is al verenigd. Geen oproep tot verantwoordelijkheid, want als we iets de afgelopen jaren hebben genomen, dan is het verantwoordelijkheid. Het enige wat ik jullie vraag, is nieuwe kracht voor onze partij,’ aldus de regeringsleider tijdens een verkiezingsbijeenkomst.
Uit het dal
De Partido Popular leed in maart een geweldig verlies bij de regionale verkiezingen in Andalusië. En dat terwijl Rajoy persoonlijk naar het zuiden was afgereisd om de Andalusiërs te vertellen dat Spanje dankzij zijn regering uit het economische dal begint te kruipen.
De macrocijfers wijzen inderdaad op groei en het aantrekken van de werkgelegenheid. Maar daar merken veel Spanjaarden nog maar weinig van en zeker niet in het Zuiden: één op de drie Andalusiërs is werkloos, onder de 25 jaar zijn dat er bijna twee op de drie. Wie wel werk vindt, krijgt hooguit een tijdelijk contract voor de helft van het salaris van vóór de crisis.
De regeringpartij is al jaren verwikkeld in een stroom van corruptieschandalen. Een onderzoeksrechter heeft vastgesteld dat de partij over een zwarte kas beschikte. De premier ontkent zo’n kas en wijst elke politieke verantwoordelijkheid van de hand.
Aardverschuiving
Dat heeft zijn prijs. Bij de vorige verkiezingen behaalde Rajoy een absolute meerderheid dankzij kiezers die woedend waren over het economische beleid van de socialistische premier José Zapatero.
Voor de gemeenteraadsverkiezingen in mei en de landelijke verkiezingen eind dit jaar wijzen de peilingen op een politieke aardverschuiving die de bestaande verhoudingen van de twee grootste partijen in Spanje omgooit.
Op links groeit de populistische partij Podemos als kool, terwijl de Ciudadanos-partij – de Spaanse D66 – grote happen uit de aanhang van de Partido Popular neemt. Als de peilingen kloppen, heeft Spanje straks vier partijen die allemaal rond de 20 procent van de stemmen trekken.
Afgrond
Rajoy hoopt dat de economische groei de komende maanden zijn redding vormt. Maar de paniek in zijn partij neemt toe. Rajoy is nooit een inspirerend leider geweest. Middelmaat en besluiteloosheid kenmerken hem het meest. De eerste ruzies in de partijgelederen zijn inmiddels gesust.
Maar Esperanza Aguirre, die voor de partij het burgemeesterschap van Madrid hoopt te veroveren, lijkt klaar te staan om Rajoy met een duwtje de afgrond in te storten. En dan gaat nog het gerucht dat oud-premier José María Aznar overweegt om als grote redder van de partij terug te keren.
Elsevier nummer 17, 25 april 2015