Hij ziet zichzelf nog altijd als de uitverkoren leider van Pakistan. En ondanks alle kritiek en rechtszaken zinspeelt oud-president Pervez Musharraf (71) op een terugkeer. ‘Er zijn grenzen aan de wanorde in dit land.’
Uiterst charmant verwelkomt het voormalige Pakistaanse staatshoofd en opperbevelhebber van het leger generaal Pervez Musharraf (71) het bezoek in zijn villa. Het prachtige huis is ontworpen door zijn dochter Ayla, een architecte. Musharraf woont hier met zijn vrouw en zijn hoogbejaarde moeder.
‘Heb je al geluncht?’ vraagt hij bezorgd, waarna hij voorgaat naar de sfeervol ingerichte zitkamer. Voor zijn leeftijd ziet de generaal er nog bijzonder vitaal uit. Tijd om met pensioen te gaan, heeft hij niet.
Sterker nog, het kan niet, zegt hij. Het land heeft hem in deze tijden van crisis hard nodig. Al trad hij onder druk in 2008 af en lopen er verscheidene rechtszaken tegen hem, toch beschouwt hij zichzelf als de beste leider die Pakistan ooit had.
‘Ik kan met trots zeggen dat we onder mijn leiderschap de hoogste economische groei ooit hadden, het laagste aantal werklozen en armen. In elk opzicht was het land onder mij beter af.’
Goed glas whisky
Musharraf wijst met trots op de vele foto’s op de muren van westerse staatsleiders die hem tijdens zijn regeerperiode (1999-2008) een bezoek brachten. Hij praat over de voormalige Britse premier Tony Blair en de Amerikaanse president George W. Bush alsof het zijn beste vrienden waren.
Aanvankelijk verzette het Westen zich tegen de geweldloze coup waarmee de generaal in 1999 in Pakistaan aan de macht kwam. Maar door de jaren heen ontwikkelde zich een hechte verstandhouding tussen de modern-islamitische president, die van een goed glas whisky en dikke sigaren houdt, en het Westen.
Met pijn in het hart zag het Westen Musharraf uiteindelijk in 2008 vertrekken.
Maar het volk, gesteund door islamistische fundamentalisten, wilde hem niet meer. Ze namen Musharraf vooral het ontslag kwalijk van de hoogste rechter Iftikhar Chaudhry.
Noodtoestand
Het protest dat daarna vanuit de oppositie en advocatuur op gang kwam, sloeg hij genadeloos neer door tegenstanders zonder enig proces op te sluiten.
‘Opperrechter Iftikhar Chaudhry stond bekend als zeer corrupt en partijdig. Dat wist iedereen,’ klinkt het lichtelijk geïrriteerd.
De noodtoestand die Musharraf na de opstand van de advocatuur afkondigde, was gerechtvaardigd: ‘Pakistan zat in een overgangsfase naar democratie. De advocaten verstoorden de rechtsorde. De economie dreigde in te storten. Iemand moest actie ondernemen. Het was voor 500 procent correct wat ik toen deed,’ zegt Musharraf.
Uiteindelijk hield hij de eer aan zichzelf. In 2008 trad hij af en vertrok in zelfgekozen ballingschap naar Dubai.
Huisarrest
Maar Musharraf bleef al die tijd, vier jaar lang, geloven in zichzelf als de ‘uitverkoren leider van Pakistan’. In 2013 keerde hij terug om deel te nemen aan de verkiezingen. Bij aankomst werd hij meteen gearresteerd en kreeg hij huisarrest.
Sindsdien wordt hij vervolgd voor verscheidene misdaden die hij tijdens zijn regime zou hebben begaan.
Zo wordt hij behalve voor de arrestatie van de opperrechter en zijn aanhangers, verantwoordelijk gehouden voor de moord op oud-premier Benazir Bhutto en het neerslaan van de opstand van fundamentalistische studenten in de Rode Moskee in Islamabad. Hij kan de doodstraf krijgen voor de noodtoestand die hij in 2008 uitriep.
Desondanks werkt de uiterst zelfverzekerde generaal aan zijn terugkeer. Tijdens de lokale verkiezingen die binnenkort worden gehouden, verwacht hij met zijn partij All Pakistan Muslim League veel zetels te winnen.
Hij heeft de media op zijn hand. Er gaat geen dag voorbij zonder dat een Pakistaanse krant de oud-president ergens op verkiezingscampagne citeert.
Geen pijn of woede
Opvallend relaxed vertelt de ex-president vanuit zijn brede leunstoel over de streken van zijn aartsvijand Nawaz Sharif. Die werd in 2013 opnieuw tot premier gekozen en is nu volgens Musharraf uit op wraak.
Na de staatsgreep stopte Musharraf hem in de gevangenis en verbande later een huilende Sharif naar Saudi-Arabië. ‘Ik voel geen pijn of woede voor wat hij me aandoet. Al die verzonnen zaken irriteren me slechts.’
Hij lacht nogmaals. ‘Bovendien: het leger zal het nooit accepteren als er iets met mij gebeurt. Dat hoef ik niet aan ze te vragen. Ze houden van me. Dat weet ik.’
Innige band
Musharraf, een sluwe vos, voelt zich onaantastbaar sinds Nawaz Sharif zijn ‘broertje’ generaal Raheel Sharif – geen familie van de premier – benoemde tot commandant van het Pakistaanse leger.
‘Ik heb Raheel zelf opgeleid. Met zijn oudste broer zat ik nog in de klas. Ik ken zijn familie.’ Hij lacht onbedaarlijk na de vraag of Nawaz Sharif een misrekening heeft gemaakt en niet op de hoogte was van de innige band tussen beide generaals.
‘Sharif kan beter op zijn tellen passen,’ waarschuwt Musharraf. Want ook generaal Raheel volgt met argusogen het falende economische beleid. De Pakistaanse economie staat er nog beroerder voor dan in 1999, toen Nawaz ook aan de macht was en Musharraf hem afzette.
‘Raheel ziet de endemische corruptie en de slinkende buitenlandse investeringen. Het welzijn van de staat is de verantwoordelijkheid van iedere leider. Er zijn grenzen aan de wanorde.’
Zou een tijdelijke machtsovername van het leger een oplossing zijn? ‘Je spreekt mijn taal,’ antwoordt de generaal met glinsterende ogen.
Comeback
Op straat groeit de steun voor het leger en brokkelt het vertrouwen in de burgerregering in snel tempo af. ‘Liever een vriendelijke generaal dan een corrupte gekozen premier,’ is de veel gehoorde slogan.
Maar gelooft Musharraf werkelijk in zijn eigen comeback? Hij wordt nog steeds verantwoordelijk gehouden voor de aanwezigheid van terroristen in Pakistan. Omdat hij na de aanslagen van 11 september 2001 de zijde van de Amerikanen koos, terwijl anderzijds zijn geheime dienst ISI de extremisten bleef steunen.
De generaal schuift naar het puntje van zijn stoel. ‘Ik weiger toe te geven dat ik dubbelspel speelde. Ja, er was een tijd dat onze geheime dienst de Taliban steunde. Dat was uit staatsbelang. Het verdient geen schoonheidsprijs. Maar we werden door India in de hoek gedreven.
‘Ons vijandige buurland is al jaren uit op de balkanisering van Pakistan door separatisten in ons land en in Afghanistan op te stoken. Wij zochten een groep die voor onze belangen opkwam. Dat waren de Pathanen, onder wie inderdaad veel Taliban, omdat ze qua cultuur het meest op ons lijken. Wij wisten toen nog niet dat ons de aanslagen van 9/11 te wachten stonden.’
Blunder
De generaal wordt scherper in zijn tegenvragen. ‘Wie heeft het religieus terrorisme waarmee we nu allemaal te maken hebben, uitgevonden? Toen de Sovjet-Unie in 1979 Afghanistan binnenviel, werden duizenden jihadisten uit de hele wereld door Amerika uitgenodigd om mee te vechten tegen de Russen.
‘Ook jongens uit de tribale gebieden in Pakistan. Ze kregen een wapen en militaire training. Nadat de communistische vijand was verslagen, vertrokken de Verenigde Staten. Ze lieten ons achter met 25.000 jonge, getrainde en geradicaliseerde vechters. Dat is de eerste blunder van Amerika.’
Musharraf is nu niet meer te stoppen. ‘Toen kwam Taliban-leider Mullah Omar in 1996. Hij stapte in de chaos en bracht orde op zaken in Afghanistan. In enkele maanden veroverde hij 90 procent van het land. Ik verwachtte toen dat de hele wereld er diplomatieke missies ging openen om van binnenuit deze onopgeleide jongens te onderwijzen en ze sociaal-economisch te assisteren.
‘Maar dat gebeurde niet. Pakistan erkende als enige de Taliban. President Bill Clinton kwam speciaal op bezoek om me uit te leggen dat dit toch echt niet kon.’
Geen spijt
De generaal heeft geen spijt van zijn beslissing toen om de Taliban te erkennen.
‘Ik heb gelijk gekregen. Later, toen de Boeddhabeelden in Bamyian in Afghanistan door de Taliban werden opgeblazen, belden de presidenten van Sri Lanka, Japan en Birma mij op om te vragen of ik er wat tegen kon doen. Hadden we er toen maar met diplomatieke missies gezeten, dan hadden we een vuist kunnen maken!’
Het Pakistaanse leger, zegt Musharraf, bewijst opnieuw dat het beter in staat is om Pakistan te besturen dan ‘corrupte’ politici.
‘Het volk is daarvan heus doordrongen. Ik halveerde de armoede destijds. Onder mijn bewind werden scholen gebouwd, kwamen er klinieken, hervormden we de landbouw en ontwikkelden we de energiesector.
‘Politici als Sharif en zijn voorganger Asif Ali Zardari zijn slechts geïnteresseerd in het bouwen van wegen omdat het ze veel geld aan commissie oplevert. Wij lieten een staatsschuld achter van 36,5 miljard dollar. Nu staat de teller boven de 75 miljard. Zij hebben in zes jaar tijd dus 40 miljard dollar te veel uitgegeven. Waar hebben ze dat aan besteed? Noem mij één megaproject! Ze hebben beiden het land leeggeroofd.’
Coachen
Pakistan is nu een democratie – daarvan is Musharraf heus doordrongen. Hij pleit daarom voor een interim-regering die samen met het leger het dagelijks bestuur overneemt. Hun belangrijkste opdracht is het hervormen van het politieke systeem, zodat er nooit meer een Bhutto of een Sharif kan terugkeren. ‘Door deze dynastieën is het land kapotgegaan.’
Welke taak ziet hij dan voor zichzelf? ‘Ik hoef geen president of premier meer te worden,’ zegt hij bescheiden. ‘Ik zou graag leiders willen coachen.’
Premier Nawaz Sharif moet wat hem betreft in elk geval zo snel mogelijk weg. Maar Sharif probeert via de rechters Musharraf nog uit te schakelen vóór de lokale verkiezingen later dit jaar door hem te laten arresteren.
Musharraf haalt zijn schouders op. ‘Ze doen maar wat ze niet laten kunnen.’