Honderden Keniaanse studenten marcheerden dinsdag door de straten van de hoofdstad Nairobi. De studenten vragen om meer veiligheid op universiteitscampussen in de nasleep van de aanslag door Al-Shabaab vorige week.
Na het bloedbad op Garissa University dat terreurgroep Al-Shabaab vorige week aanrichtte, kijkt Kenia naar het buitenland voor hulp.
Grenzen
Gewapende terroristen van het aan Al-Qa’ida gelieerde Al-Shabaab bestormden vorige week donderdag de campus van de universiteit in Garissa en slachtten daarbij bijna 150 studenten af.
De minister van Buitenlandse Zaken Amina Mohamed zei dinsdag dat hij hoopt dat de Verenigde Staten en Europa over de brug komen met hulp. De minister zegt bondgenoten nodig te hebben om inlichtingen in te winnen en veiligheidsmaatregelen te nemen.
De Kenianen inventariseren nu wat ze precies nodig hebben, aldus Mohamed. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar hoe de grenzen beter beveiligd kunnen worden, om onder meer infiltratie door de Somalische terroristen van Al-Shabaab in de toekomst te voorkomen.
Zingend
Studenten liepen dinsdag zingend door de stad en scandeerden de woorden ‘We zijn hier niet veilig, we willen wapens’, om vervolgens te eindigen bij het presidentiële paleis. Hier boden ze een petitie aan. Dinsdagavond wordt een herdenkingsdienst gehouden voor de 148 mensen die tijdens de aanslag in Garissa de dood vonden.
In totaal zitten nu veertien leden van Al-Shabaab vast, onder wie vijf leden die direct betrokken zouden zijn bij de aanslag. Zij verschenen dinsdag voor de rechter in Nairobi.
Een zesde directe verdachte is door de politie meegenomen naar Garissa, om daar bij te dragen aan het onderzoek. Zondag werd bekend dat een van de terroristen de zoon van een Keniaanse regeringsleider zou zijn.
Het Keniaanse Openbaar Ministerie heeft 30 dagen om het onderzoek af te ronden, terwijl de verdachten in hechtenis blijven.