Vijf miljoen inwoners van de West-Chinese provincie Yining moeten hun paspoort preventief afgeven bij de politie. De Chinese regering wil daarmee voorkomen dat mensen uit het grensgebied ongezien het land uitgaan om zich aan te sluiten bij militante jihadbewegingen in het buitenland.
De Britse krant The Guardian meldde woensdag dat inwoners is opgedragen voor 15 mei hun paspoort in te leveren. Als ze dat niet doen, wordt hun paspoort ongeldig verklaard. Volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty probeert China vooral de bewegingsvrijheid van de Oeigoerse minderheid in te perken.
Foto’s van het bericht over paspoorten, geschreven in de Chinese en de Oeigoerse taal, werden anoniem op het internet geplaatst.
De islamitische Oeigoeren vormen de grootste etnische minderheid in China. De autoriteiten stellen dat zij zich aansluiten bij militanten in onder meer Afghanistan en Pakistan. Ook moet het inleveren van paspoorten de strijd van separatisten voor een onafhankelijke staat in China tegenwerken.
Strijd
Peking probeert al jaren illegale migratie in en uit het gebied te stoppen, wijzend naar strijders die zich aansluiten bij jihadgroepen in Afghanistan, Pakistan en het Midden-Oosten om een onafhankelijke staat – Oost-Turkestan – uit te roepen.
Critici en mensenrechtengroepen zeggen dat veel Oeigoeren die het land proberen te verlaten, vluchten voor onderdrukking en racisme door de Chinese overheid.
Dat blijkt onder meer uit de grote groepen vluchtelingen met vrouwen en kinderen. Zij betogen dat de Oeigoeren de dupe zijn van racisme en ongelijke economische kansen.
Oeigoeren
Oeigoeren zijn een Turks volk uit de Chinese autonome regio Sinkiang (Xinjiang). Met ongeveer 8,82 miljoen personen vormen de Oeigoeren 45% van de bevolking van dit gebied. Hun taal, het Oeigoers, behoort tot de Turkse talen.