Gaat de Europese Unie (EU) nu echt hard optreden tegen mensensmokkelaars? Bewindslieden in Brussel zouden werken aan een voorstel om militair in te grijpen in Libië, om zo het smokkelnetwerk te vernietigen.
De aanvallen zouden onder leiding van Italië komen te staan, en worden uitgevoerd door tien lidstaten van de Unie, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Spanje, meldt The Guardian op basis van ingewijden.
Geweld
EU-buitenlandchef Federica Mogherini zal maandag de VN-Veiligheidsraad in New York op de hoogte brengen van een eventuele resolutie die het gebruik van geweld toestaat. Het doel van de concept-resolutie is ‘alle middelen inzetten om het zakelijk model van mensensmokkelaars te vernietigen’.
Er zouden Europese militaire schepen komen in de Libische territoriale wateren. Ook worden er volgens het voorstel gevechtshelikopters ingezet om schepen van smokkelaars uit te schakelen.
Behalve Libische milities, zouden ook terroristische organisaties als IS verdienen aan het smokkelen van migranten. Gevreesd wordt dat door het gebruik van geweld, het conflict verder escaleert. Deze groepen beschikken over zware wapens, schrijft de krant. Als de situatie inderdaad escaleert, zou de NAVO in actie moeten komen.
Vluchtelingenquotum
Intussen zou er in Brussel verder worden gewerkt aan de nieuwe ‘migratie agenda’, met als onderdeel daarvan het plan voor een vluchtelingenquotum. Zo zou de vluchtelingenstroom beter en ‘eerlijker’ worden verdeeld onder lidstaten.
‘De EU heeft een permanent systeem nodig voor het delen van de verantwoordelijkheid voor het grote aantal vluchtelingen en asielzoekers in lidstaten,’ staat in een concept-voorstel, waar de krant over beschikt. Eind van dit jaar zou het quotum er moeten zijn.
Dat kan leiden tot diepe verdelingen binnen de Unie. Duitsland en Zweden laten de meeste asielzoekers toe. ‘Sommige lidstaten hebben al een grote bijdrage geleverd, maar anderen doen niets,’ staat in de tekst. ‘Zulke kwetsbare mensen kunnen niet worden overgelaten aan smokkelaars en mensenhandelaren. Er moeten veilige en juridische manieren zijn om de EU te bereiken.’