Tegenoffensief Iraaks leger om veroverde stad Ramadi

'AFP'

De Iraakse regering heeft een groot offensief aangekondigd om weer de macht te krijgen over de stad Ramadi. Het leger wordt daarbij gesteund door sjiitische en soennitische milities.

Hoe de tegenaanval er precies uitziet, maakte de Iraakse staatstelevisie niet bekend. Ramadi is de hoofdstad van de westelijke provincie Anbar en viel een week geleden in handen van terreurbeweging IS.

Schuld

Irak en de Verenigde Staten hebben de afgelopen dagen gesteggeld over de val van Ramadi. De Amerikaanse minister Ash Carter (Defensie) zei dat het de schuld van het Iraakse leger is, dat IS de stad heeft veroverd.

Het ontbreekt de Iraakse militairen aan ‘de wil om te vechten‘. ‘Ze waren absoluut niet in de minderheid, maar in plaats van te vechten, vluchtten ze,’ zei Carter zondag. Volgens de minister van Defensie heeft het geen zin om militairen te trainen en materieel te leveren, als het Iraakse leger niet wil vechten.

Het Iraakse parlementslid Hakim al-Zamili, voorzitter van de defensiecommissie, zei dat deze opmerking ‘nergens op gebaseerd’ was. Volgens al-Zamili klopt de door de Amerikanen geschetste situatie niet. ‘Ze proberen de schuld in iemand anders schoenen te schuiven.’

Leger

Vicepresident Joe Biden sprak maandag met de Iraakse president Haider al-Abadi om te praten over de opmerking van Carter. Een woordvoerder van al-Abadi zegt dat de Iraakse regering verbaasd was over de opmerking van Carter. ‘We moeten niet het hele leger veroordelen, op basis van één incident.’

Biden steunt de poging van de Irakezen om Ramadi terug te veroveren en sprak maandag van een ‘enorme opoffering en dapperheid’ die de militairen hebben laten zien in de strijd om Ramadi en elders.

Ramadi ligt op zo’n 90 kilometer ten westen van Bagdad. Ongeveer vijfhonderd mensen kwamen om bij de strijd, ruim 40.000 inwoners van de stad sloegen op de vlucht.