Na de val van de Iraakse stad Ramadi en de inname van de ruïnestad Palmyra, steken de bondgenoten van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS) de koppen bij elkaar. Dat gebeurt in de Franse hoofdstad Parijs.
De gesprekspartners willen een nieuwe strategie bedenken om IS te verslaan, schrijft BBC News. Steden moeten worden heroverd, en geldstromen en fondsen voor de terroristen moeten worden tegengehouden.
Wapencontracten
De Iraakse premier Haider al-Abadi heeft alvast stevige kritiek geleverd op de coalitie, die uitsluitend opereert vanuit de lucht. Het is allemaal niet voldoende, zegt de premier. Hij vindt dat zijn troepen niet genoeg worden ondersteund met bombardementen. Meer dan 4.100 luchtaanvallen op doelen van de terreurgroep hebben niet kunnen voorkomen dat IS opnieuw aan een opmars bezig lijkt te zijn. Irak heeft ‘alle hulp van de wereld’ nodig, maar ‘krijgt niet veel’. Het Iraakse leger geldt als zwak en ongemotiveerd.
Veel woorden, weinig daden, aldus de premier. Abadi klaagt dat de sancties tegen Rusland en Iran de strijd er niet gemakkelijker op maken. De Irakezen willen graag wapencontracten met het Kremlin afsluiten, maar door de sancties vanwege het Oekraïense conflict is dat lastig. Hetzelfde geldt voor buurland Iran, dat eveneens westerse strafmaatregelen kreeg opgelegd.
Obsessie
Ministers uit twintig westerse en Arabische landen zitten rond de tafel, met daarbij dus Irak, maar ook de Verenigde Staten (feitelijk de leider van het bondgenootschap) en Frankrijk. Drie belangrijke landen ontbreken: Rusland, Syrië en Iran. De landen maken officieel geen deel uit van de coalitie, terwijl ze op een eigen manier wel een grote rol spelen bij de bestrijding van IS.
Neem Rusland. Vladimir Poetins uitgestrekte land is een bondgenoot van de Syrische president Bashar al-Assad, de vijand van IS (en omgekeerd). Rusland is in principe niet tegen de acties van het bondgenootschap, maar vindt dat er wel toestemming had moeten worden gevraagd aan de VN-Veiligheidsraad. ‘Dat was een fout, ‘zegt de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov dinsdag. De obsessie met de persoonlijkheid van Assad brengt niets goeds in het gevecht tegen terrorisme’. Rusland staat intussen klaar om wapens te leveren aan het verscheurde Irak, zei Lavrov zo’n twee weken geleden.
Steunpilaar
In Syrië proberen Assads militairen de terroristen van het lijf te houden – waar ze overigens nauwelijks in slagen, getuige de verloren gevechten om de stad Palmyra. Hoewel de meeste gebieden dunbevolkt zijn, heeft de terreurbeweging naar verluidt 50 procent van Syrië in handen.
Maar het gevreesde Syrische bewind geldt – officieel althans – niet als een gesprekspartner en bondgenoot voor de Amerikanen. Iran, dat net als Rusland ook een steunpilaar is van Damascus, en van Bagdad, speelt met diverse sjiitische milities een belangrijke rol op het slagveld.
De milities bevestigden eerder dat generaal Qasem Soleimani, de commandant van het Iraanse Revolutionaire Garde, persoonlijk deelneemt aan de operatie tegen de soennitische extremisten.