Twee lokale leiders van Islamitische Staat (IS) zijn gedood toen hun auto waarin zij zaten werd opgeblazen. Dat gebeurde niet door een vijandelijk explosief, maar door een bom die de terreurbeweging zelf langs de kant van de weg had gelegd.
De terreurbeweging plaatste de bom tijdens gevechten tegen de Koerdische milities in de regio rond de Noord-Iraakse plaats Makhmour, zegt Peshmerga-commandant Ali Hussain tegen het Koerdische persbureau Rudaw.
Frontlinies
Een van de IS-leiders was volgens hem Abu Malik – klaarblijkelijk een prominente IS-terrorist in dit gebied. De andere persoon is Abu Abdul-Aziz.
Makhmour, gelegen tussen het IS-bolwerk Mosul en de ‘hoofdstad’ van de Iraakse Koerden, is een van de frontlinies in de aanhoudende strijd tussen de radicaalislamitsche beweging aan de ene kant en de Koerden en de door Amerika geleide internationale coalitie aan de andere kant.
Drukbezochte markt
Maar ook buiten dit zelfverklaarde kalifaat laat IS nog altijd van zich horen. De bloedige aanslag op een jongerenbijeenkomst in het Turkse Suruc maandag is naar alle waarschijnlijkheid het werk van IS.
Donderdag eiste de terreurbeweging de verantwoordelijkheid op voor een bomaanslag in de Iraakse hoofdstad Bagdad gisteren. Daardoor kwamen zeker twintig mensen om het leven.
Een zelfmoordenaar blies zich in een auto op bij een drukbezochte markt in een overwegend sjiitische wijk. Volgens een IS-verklaring op internet was de aanslag niet gericht tegen dit burgerdoel, maar tegen een controlepost in de buurt in het zuidwesten van de stad.