De van corruptie verdachte Sepp Blatter ‘verdient een Nobelprijs voor alles wat hij heeft gedaan voor de wereldvoetbalbond FIFA’. De FIFA-voorzitter werd dinsdag de hemel in geprezen door de Russische president Vladimir Poetin.
‘Ik geloof dat mensen zoals Blatter, de leiders van grote internationale sportorganisaties, speciale aandacht en erkenning verdienen van publieke organisaties,’ zei Poetin in een interview met de Zwitserse omroep RTS.
Niet persoonlijk
Blatter en Poetin verrichtten afgelopen zaterdag samen in een landhuis van de Russische president in Sint Petersburg de lotingen voor het WK-voetbal van 2018. ”Ik geloof niet dat Blatter persoonlijk zelf ook maar iets met corruptie te maken heeft. Als er iemand is die een Nobelprijs verdient, is hij het wel,’ sprak Poetin. Hij specificeerde niet voor welke Nobelprijs Blatter dan precies in aanmerking zou moeten komen.
Vorige maand maakte Blatter bekend zijn functie als president van de wereldvoetbalbond neer te leggen. Nieuwe verkiezingen voor het voorzitterschap worden waarschijnlijk in februari volgend jaar gehouden. Blatter is een van de personen die onder de loep wordt genomen bij een FBI-onderzoek naar grootschalige corruptie binnen de FIFA.
Geopolitiek
Het is niet de eerste keer dat Poetin het voor hem opneemt: eerder zei hij niet te geloven dat Blatter persoonlijk verantwoordelijk zou zijn voor corruptie en verweet hij het de Amerikanen Blatter uit ‘geopolitieke overwegingen’ onder de loep te nemen.
De Zwitserse autoriteiten doen onderzoek naar de WK-toekenningen van 2018 en 2022. De Wereldkampioenschappen worden dan respectievelijk in Rusland en Qatar gehouden. Hierbij zou corruptie een rol hebben gespeeld.
Poetin sneert dinsdag opnieuw naar de Amerikanen: ‘ik vraag me af of dit een voortzetting is van de strijd om 2018 en 2022’. Hij verwijst hiermee naar de Amerikaanse en Britse kandidaatschappen. De Verenigde Staten was kandidaat hostland voor het WK van 2022 en Groot-Brittannië voor dat van 2018. De landen moesten uiteindelijk wijken voor Qatar en Rusland.