Turkije moet meer doen in de strijd tegen Islamitische Staat (IS). De Amerikanen willen dat het land vaker meedoet met luchtaanvallen en zijn eigen grenzen beter beschermt.
Dat zei de Amerikaanse minister van Defensie Ash Carter vrijdag tijdens een persconferentie op het Pentagon, meldt persbureau AP.
Moet gebeuren
De minister zegt dat hoewel het goed is dat de Amerikanen gebruik mogen maken van de Incirlik-vliegbasis, hij wel actieve gesprekken’ wil met de Turkse regering over hoe kan worden voorkomen dat IS-leden via de grens het land binnenkomen.
‘Dit moet echt gebeuren. Het had al veel eerder moeten gebeuren: we zijn al een jaar bezig met de anti-IS-campagne.’ Volgens Carter is het goed dat de Amerikanen eindelijk gebruik mogen maken van de Incirlik-vliegbasis maar is het ‘niet genoeg’. De Amerikanen willen onder meer dat hun NAVO-bondgenoot op dagelijkse basis meedoet met luchtaanvallen.
IS-leden komen door de poreuze grens Turkije binnen, zegt hij. Ook hebben de terroristen nog altijd een doorvoerroute die dwars over de grens loopt.
Drone-aanvallen
Eerder deze maand begonnen de Amerikanen met drone-aanvallen vanuit de Incirlik-vliegbasis. Kort daarna begonnen de Verenigde Staten ook bemande F-16’s in te zetten vanuit de basis.
Het akkoord over Incirlik kwam na maandenlang onderhandelen tussen de twee landen: voor de internationale coalitie biedt de plek een strategisch voordeel omdat het dichterbij IS-doelen in Syrië ligt dan vliegbases in Qatar en Jordanië, die ook worden gebruikt om luchtaanvallen uit te voeren.