De oproep om Israëlische producten niet meer te kopen, leidt tot een verhit debat en tegenacties – zoals een hulplijn voor getroffen bedrijven.
‘Goedemiddag, ik wil graag een boycot melden. Mijn producten worden in een Franse supermarkt op de grond gegooid omdat ze uit Israël komen.’ Sinds de grootste ondernemersorganisatie in Israël vorige week een kliklijn opende voor bedrijven die met boycots te maken hebben, krijgt directeur Dan Catarivas geregeld telefoontjes van deze strekking.
Zijn kliklijn is bedoeld voor Israëlische bedrijven die direct of via een tussenpartij naar het buitenland exporteren, en voor internationale bedrijven die in opspraak komen vanwege hun activiteiten in Israël.
‘De meeste klachten komen uit Europese landen. Elke zaak is weer anders, omdat de wetgeving per land verschilt.’ Soms wordt daarom gezocht naar een oplossing ‘onder de tafel’, bijvoorbeeld via diplomatieke druk van de Israëlische ambassade in het betreffende land.
In andere gevallen kiest Catarivas, die zijn organisatie omschrijft als ‘het Israëlische equivalent van VNO-NCW’, de frontale juridische aanval. ‘Het is al eens gelukt om activisten die Israëlische producten in een Franse supermarkt vernielden, veroordeeld te krijgen wegens racisme.’
Tweede Wereldoorlog
Dat de kliklijn juist nu wordt opgericht, is geen toeval. Boycots van Israël in brede zin zijn al maanden een heet politiek hangijzer in Israël én daarbuiten. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu vergeleek ze onlangs nog met de acties van de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog.
‘Geweld tegen Joden werd in de geschiedenis altijd voorafgegaan door pogingen om ons zwart te maken.’ Hij beloofde daarom de strijd aan te binden met de internationale ‘BDS-beweging’, die zich hard maakt voor ‘boycots, desinvesteringen en sancties’ tegen de Joodse staat. Die aankondiging resulteerde in een machtsstrijd tussen Israëlische ministeries en politici die dit mediagenieke gevecht graag willen leiden.
Over de economische schade door boycots bestaat in eigen land ook scepsis. ‘De export uit de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever is totaal niet significant als je die afzet tegen onze totale uitvoer,’ zegt financieel journalist Guy Rolnik. Rolnik is de oprichter van de succesvolle zakenkrant The Marker en voert een verbeten campagne tegen wat hij de ‘grootschalige misleiding van de Israëlische belastingbetaler door de overheid’ noemt.
‘Als Israëlische bedrijven op de Westelijke Jordaanoever te maken krijgen met boycots, kunnen ze makkelijk verhuizen naar het internationaal geaccepteerde Israël, binnen de grenzen zoals in 1967 vastgelegd. Dat deed onlangs frisdrankproducent SodaStream. De invloed van de BDS-beweging is vooral een goudmijn voor Israëlische en Palestijnse politici. En niet te vergeten hun Amerikaanse collega’s.’
Rolnik verwijst naar een omstreden wet die de Amerikaanse president Barack Obama in juni aannam en die voorschrijft dat het aanpakken van boycots van Israël prioriteit heeft bij Amerikaanse handelsverdragen met de Europese Unie (EU) waarover wordt onderhandeld.
Technologie
Volgens Gerald Steinberg, directeur van NGO Monitor, een pro-Israëlische organisatie die wereldwijd vecht tegen boycots van en laster over Israël, gaat Rolnik veel te kort door de bocht.
‘Het grootste succes van de BDS-beweging is op politiek vlak. Van mijn studenten hoor ik dat ze niet welkom zijn op Europese universiteiten. Onze banken liggen internationaal onder vuur vanwege banden met de nederzettingen en de EU wil producten uit de Westelijke Jordaanoever labelen. Dit zijn reële problemen die met elkaar samenhangen en die we moeten aanpakken, ook als ze nog klein zijn. Rolniks samenzweringstheorieën over de belangen van onze politici helpen daarbij niet.’
Maar volgens Catarivas is er helemaal geen stijging van het aantal boycotmeldingen. Dat is op zich niet verwonderlijk. Een groot deel van de Israëlische export bestaat uit hoogwaardige technologie die wordt verwerkt in computerhardware en -software. De eindproducten zijn voor consumenten en bedrijven niet identificeerbaar als afkomstig uit Israël.
Rusland
De producten met de meeste zichtbaarheid qua herkomst zijn Israëlische groenten en fruit, maar de markt daarvoor verplaatste zich de laatste jaren van Europa naar Rusland, waar nauwelijks draagvlak is voor een boycot van Israëlische goederen.
En het spannendste moment van het jaar voor Israëlische bedrijven die fruit naar Europa exporteren, is ook deze zomer weer probleemloos verlopen.
‘Aan het einde van de ramadan is er altijd een grote vraag naar onze dadels,’ zegt Catarivas. ‘Maar de moslims in Europa die deze dadels massaal eten, zijn blijkbaar niet dezelfde mensen die een boycot willen. We hebben geen klachten gehad.’
Elsevier nummer 34, 22 augustus 2015