De NAVO maakt zich zorgen over de Russische betrokkenheid in Syrië. Een paar dagen geleden kwamen berichten naar buiten dat Russische troepen mee zouden vechten met het regime van de Syrische president Bashar al-Assad.
NAVO-chef Jens Stoltenberg uitte woensdag tijdens een bezoek in Praag zijn zorgen. De groeiende militaire activiteit van Rusland in Syrie zou het vinden van een politieke oplossing volgens de NAVO-leider alleen maar moeilijker maken. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius sloot zich hierbij aan.
Het aantal Russische soldaten dat zich met het Assad-regime bemoeit zou echter klein zijn, melden Libanese bronnen aan persbureau Reuters. De Libanese Hezbollah-beweging steunt het regime van Assad, net als Iran.
Constructieve bijdragen
Het Witte Huis heeft tevens bezorgd gereageerd op de berichtgeving. De Amerikanen heten ‘constructieve bijdragen van Rusland’ welkom, maar zeggen ook dat ze ‘duidelijk zijn geweest dat het voor elke partij onredelijk is om het regime van Assad op welke manier dan ook te steunen’.
Rusland zou militair ingrijpen om te voorkomen dat het Assad-regime valt. Zo zouden ze meer gevechtsvliegtuigen naar Syrië hebben gestuurd, evenals leden van de Russische marine. Ook wordt er gewerkt aan een nieuwe militaire basis bij de Syrische havenstad Latakia.
Experts
Bronnen uit het Syrische leger hebben de berichten bevestigd, maar de regeringen in Damascus en Moskou ontkennen dat er Russische soldaten meevechten met troepen van Assad. Wel bevestigt Moskou dat er Russische ‘experts’ in Syrië aanwezig zijn.
Het regime van de familie Assad is al sinds de tijd van de Sovjet-Unie en het bewind van Assads vader, Hafez al-Assad (1930-2000), zeer nauw met Rusland verbonden.