Komst van miljoen migranten betekent handel voor sommige ondernemers.
De migrantenstroom doet de kassa rinkelen in de Duitse meubelbranche. Handelaren zagen vorig jaar hun omzet groeien met 4,2 procent, producenten met 5 procent.
Gemeenten en hulporganisaties kopen nu vooral voor de noodopvang goedkope bedden, matrassen, tafels, stoelen en kledingkasten in. Zo bestelde de stad Gelsenkirchen afgelopen herfst in één keer duizend bedden. Hierdoor is er schaarste ontstaan. Meubelgigant IKEA heeft bijvoorbeeld het stapelbed Svärta tijdelijk niet op voorraad. Dat komt volgens het Zweedse bedrijf door de vluchtelingencrisis.
De branche denkt dat deze ontwikkeling drie tot vijf jaar kan aanhouden. Want na de noodopvang verhuizen migranten naar asielzoekerscentra, om daarna in huizen te worden ondergebracht. Steeds zijn nieuwe spullen nodig.
Kappers
Ook andere bedrijfstakken verdienen meer door de migrantenstroom. Cateraars die noodopvangcentra bevoorraden en exploitanten van grote asielzoekerscentra. In Berlijn wonen meer dan 1.500 vluchtelingen in hostels. Door het neerzetten van extra bedden, weten sommige eigenaren de bezettingsgraad te verdubbelen.
Al die extra uitgaven door de overheid werken als een klein investeringsprogramma, zegt econoom Ferdinand Fichtner van het economische onderzoeksinstituut DIW uit Berlijn. Hij denkt dat vooral discounters en kleine dienstverleners als kappers extra verdienen aan migranten dankzij de 391 euro zakgeld die asielzoekers maandelijks krijgen.
Met een verblijfsstatus wordt dat 791 euro per maand. Fichtner berekende eind vorig jaar dat de economie in 2016 hierdoor 0,25 procent extra kan groeien.
Elsevier nummer 4, 30 januari 2016