Maandag barst de Amerikaanse verkiezingsrace echt los, met de eerste voorverkiezingen in Iowa. In de laatste peiling gaan Donald Trump en Hillary Clinton aan kop, al is het met kleine marges.
Volgens de peiling, gepubliceerd in de lokale krant Des Moines Register, kan Trump rekenen op 28 procent van de stemmen, zijn grootste concurrent senator Ted Cruz op 23 procent. Bij de democraten leidt Hillary Clinton met 45 procent, Bernie Sanders krijgt de steun van 42 procent van de ondervraagden.
Toch laten die cijfers niet het hele beeld zien. De voorverkiezingen in Iowa zijn een ‘caucus’, een soort groepsbijeenkomsten waar kiezers met elkaar discussiëren over de kandidaten. De kiezers, die lid moeten zijn van een van de twee partijen, moeten publiekelijk bekendmaken op wie ze stemmen en mogen hun stem gedurende de bijeenkomst ook veranderen. Omdat dit systeem relatief onvoorspelbaar is, kloppen de peilingen niet altijd.
Stemrondes
Belangrijk is ook dat bij de Democratische caucus er meerdere stemrondes zijn. De kandidaat die in de eerste ronde minder dan vijftien procent van de stemmen krijgt, valt af. Zijn of haar kiezers moeten dan een andere kandidaat steunen.
De peiling van Des Moines Register brengt wat dat betreft goed nieuws voor Clinton: kiezers die de derde kandidaat Martin O’Malley zeggen te steunen, hebben even vaak Clinton als Sanders als tweede keus. Zo blijft de voorsprong van de oud-minister van Buitenlandse Zaken in stand.
Opkomst
Als eerste staat waar voorverkiezingen worden gehouden heeft Iowa – een staat met drie miljoen inwoners – vooral een belangrijke symbolische waarde. In de voorgaande jaren wonnen onder meer George W. Bush, John Kerry en Barack Obama er, die later ook de officiële kandidaat voor hun partij werden.
De Republikeinse koploper Donald Trump wil graag aan dat rijtje worden toegevoegd, en weet dat de opkomst daarbij van doorslaggevend belang is. Hij riep zijn aanhangers zaterdag op om koste wat het kost te komen stemmen, ook als ze ziek zijn of huwelijksproblemen hebben.