De Russische president Vladimir Poetin heeft ‘waarschijnlijk’ de moord op voormalig KGB-spion Aleksandr Litvinenko in 2006 goedgekeurd. Dat oordeelt een Britse rechter donderdag in een lang verwacht onderzoeksrapport.
In het onderzoek trekt een Britse commissie de conclusie dat Litvinenko ‘doelbewust’ is vergiftigd ‘door anderen’. Er werden verklaringen van 62 getuigen gehoord en de onderzoekers kregen toegang tot informatie van de Britse inlichtingendiensten.
Alles wijst er volgens het rapport op dat de twee daders, Andrej Loegovoj en Dmitri Kovtoen, de moord op Litvinenko hebben gepleegd. Er zijn altijd vermoedens geweest dat Rusland achter de moord op de spion zat, maar dit werd nooit bewezen.
Lugovoi zit tegenwoordig in het Russische parlement. Direct na de verschijning van het onderzoek noemde hij de beschuldiging aan zijn adres ‘absurd’. Hij stelt dat het onderzoek wat hem betreft alleen maar bevestigt dat de Britten ‘anti-Russisch’ zijn en niet bereid om de echte toedracht van Litvinenko’s dood te onderzoeken’.
KGB
Litvinenko vluchtte in 2000 naar het Verenigd Koninkrijk. Toen hij zei dat hij werd vervolgd in Rusland, kreeg hij asiel en later de Britse Nationaliteit. De voormalige KGB-spion woonde tijdens zijn laatste jaren in Londen en werkte samen met de Britse veiligheidsdienst M16. Ook schreef hij kritische boeken over het Kremlin.
In 2006 ontmoette hij in de bar van het Millennium Hotel zijn voormalige KGB-collega’s Loegovoj en Kovtoen. Later bleek dat in de groene thee die hij daarbij dronk polonium-201 zat, een uiterst giftig radioactief element dat vrijwel uitsluitend in Rusland word gebruikt. 22 dagen later overleed Litvinenko op 43-jarige leeftijd.
Een andere reden om de Russen te verdenken: Litvinenko zou in de maanden voor zijn dood bezig geweest zijn met een onderzoek naar de banden tussen Poetin en georganiseerde misdaad.
De Britse recherche wees Loegovoi en Kovtoen jaren geleden al als verdachten aan, maar die ontkenden bij de dood betrokken te zijn. Ook weigerde Rusland hen uit te leveren. Litvenko was er zelf van overtuigd dat Poetin achter de vergiftiging zat: hij beschuldigde de Russische president vanaf zijn sterfbed.
Onderzoek
De Britse regering was vooraf niet erg blij met het onderzoek. Het zou de relatie met Moskou namelijk nog verder verslechteren. Op voorwaarde dat er geen onderzoek zou komen naar de vraag of de Britse inlichtingendienst meer had kunnen doen om hun informant te beschermen, ging minister Minister Theresa May van Binnenlandse Zaken uiteindelijk toch akkoord met het onderzoek.