De rol van Amerika in de Syrische oorlog is in Frankrijk en Turkije fel bekritiseerd. De Fransen verwijten de Verenigde Staten passiviteit, terwijl de Turkse president Recep Tayyip Erdogan woedend is om de Amerikaanse steun aan de Syrische Koerden.
De Turkse president vroeg zich tijdens een persconferentie hardop af of de Verenigde Staten aan zijn kant staan of aan die van de Koerden. Turkije ruziet al maanden met Amerika over de rol hun rol bij het Syrische conflict.
De Verenigde Staten steunen de PYD (voluit de Koerdische Democratische Unie Partij) in Syrië bij hun strijd tegen Islamitische Staat (IS). Erdogan ziet deze partij als een terroristische organisatie. Hij beschouwt de Syrische PYD en de Turkse PKK (de Koerdische arbeiderspartij) als verwante terroristische organisaties – terwijl Amerika de PYD niet als terreurgroep ziet.
Erdogan verwerpt de Amerikaanse steun aan de Koerden, omdat de Verenigde Staten samen met onder meer Turkije een internationale coalitie vormt tegen IS. De kritische houding over de Amerikaanse steun komt mede door het opgelaaide geweld tussen het leger van Erdogan en de Koerdische PKK in het zuidoosten van Turkije.
Franse kritiek
Washington kreeg niet alleen kritiek vanuit Turkije. Ook in de Franse minister Laurent Fabius, die woensdag zijn aftreden bekendmaakte, verweet de militaire rol van Amerika bij het conflict in Syrië. Volgens Fabius zijn de Verenigde Staten veel te passief bij de burgeroorlog in Syrië, meldt persbureau Reuters.
‘Ik heb het gevoel dat de betrokkenheid niet erg groot is. Er wordt veel gepraat, maar actie ondernemen is iets anders,’ sneerde Fabius naar Washington. Hij verwacht niet dat de Amerikaanse president Barrack Obama nog zal ingrijpen in Syrië, terwijl hij met lede ogen moet toezien hoe het Syrische leger van president Bashar al-Assad de laatste weken steeds meer terrein wint.
De grondtroepen van Assad, Iraanse milities en Hezbollah worden vanuit de lucht ondersteund door Russische straaljagers en helikopters. De alliantie heeft grote delen van Aleppo veroverd door de operaties, waardoor duizenden Syriërs op de vlucht zijn geslagen naar Turkije – volgens de Turkse premier Ahmet Davutoglu kan het aantal vluchtelingen oplopen tot 70.000 als het militaire offensief doorgaat.
Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten meldt woensdag dat er zeker vijfhonderd mensen zijn gesneuveld sinds het begin van dat offensief, onder de slachtoffers zouden zeker honderd burgers zijn.