De Turkse president Recep Tayyip Erdogan wil niet dat de Syrische Koerden deel uitmaken van het afgesproken staakt-het-vuren in Syrië. ‘Laat ze eruit weg, net als IS en Jabhat al-Nusra.’
‘Iedereen moet accepteren dat deze milities verlengstukken zijn van de PKK. Moet deze organisatie ook ergens dan Ankara een bom laten afgaan om te worden beschouwd als een tak van de PKK?’ vraagt de Turkse president zich af in een speech in Ankara woensdag.
De Turken zijn boos op NAVO-bondgenoot Amerika, omdat die dit feit maar niet willen onderkennen. Eerder stelde Erdogan Washington al voor een dilemma: kies voor ons, of voor de Syrische Koerden. Allebei kan volgens hem niet.
Bommen
Voor de Turkse regering vallen IS, Al-Nusra, de PKK en de YPG – die juist strijd leveren tegen IS in het noorden van Syrië – allemaal onder dezelfde noemer: terreur. Dat betekent dat de Syrische Koerden, die vechten onder de naam YPG, door het leger van Turkije met bommen worden bestookt.
Deze situatie is verder geëscaleerd na de bloedige aanslag in Ankara vorige week. De YPG krijgt hier de schuld van, ook al is niet duidelijk wie er nou precies achter zit. Turkije wil voorkomen dat de milities verder voet aan de grond krijgen in Noord-Syrië.
Als vanouds
Maar hoe het ook zij, de Syrische Koerden zijn voor Erdogan de gebeten hond. Ze moeten dus worden weggelaten uit het broze bestand dat door Rusland en de Verenigde Staten is afgesproken om de uitzichtloze oorlog in Syrië te beëindigen. In het staakt-het-vuren is afgesproken dat IS en Al-Nusra – een soort afsplitsing van Al-Qa’ida – als vanouds worden bestreden.
Intussen heeft Russische ministerie van Defensie laten weten dat de intensiteit van de Russische aanvallen in Syrië sinds twee dagen sterk afneemt. De aanvallen zouden zijn gestaakt in gebieden waar strijdende partijen hebben aangegeven mee te willen doen met het bestand.
Opmars
De Fransen, de Britten, de Amerikanen en de Duitsers hebben dinsdagavond overleg gevoerd over Syrië. De vier landen hebben volgens een Duitse regeringswoordvoerder beklemtoond dat het de verantwoordelijkheid is van Moskou en Damascus te voorkomen dat er luchtaanvallen zijn op rebellen die meedoen aan het bestand.
De Syrische president Bashar al-Assad (bondgenoot van Rusland, maar tegenstander van de Amerika) toont zich bereid om de strijd te staken, net nu hij weer bezig is aan een opmars.