De strijdende partijen in Syrië moesten in de nacht van vrijdag op zaterdag hun wapens neerleggen. Na een jarenlange honderdduizenden slachtoffers heeft gemaakt en het land heeft verscheurd, leek er zaterdag dan eindelijk een tijdelijk einde te komen aan de vijandelijkheden in het land.
Om twaalf uur ’s nachts ging het staakt-het-vuren van start in Syrië, een bestand waar Rusland en de Verenigde Staten mee akkoord gingen. Later volgden ook de Syrische president Bashar-al Assad en de verschillende oppositiepartijen die het tegen zijn regime opnemen.
Alleen de terreurgroepen Jahbat al-Nusra en Islamitische Staat (IS) maken geen onderdeel uit van het bestand. De twee groeperingen mogen worden aangevallen volgens de gemaakte afspraken in het bestand.
Scepsis
Vooraf was er de nodige scepsis, zo twijfelde Turkije aan de betrouwbaarheid van Assad, net als een aantal rebellengroepen. Eerder zei de Syrische president dat hij doorging met het bestrijden van het terrorisme – Assad beschouwt alle partijen die tegen zijn bewind vechten als terroristische groeperingen.
Na de eerste uren van de wapenstilstand lijkt de situatie in het land een stuk rustiger. ‘In Damascus en de omliggende gebieden heerst voor het eerst in jaren rust,’ zei het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten. Ook de Verenigde Naties meldden dat er een einde kwam aan het wapengekletter toen het bestand ’s nachts inging.
Beschuldigingen
Ondanks de hoopvolle berichtgeving, zijn de twijfels over het naleven van het fragiele bestand nog niet weg. Zo beschuldigde een rebellenleider volgens persbureau Reuters dat het leger van Assad de gemaakte afspraken niet nakomt.
De regeringstroepen zouden drie rebellen hebben vermoord, uren nadat het staakt-het-vuren van kracht was. Andersom zei een woordvoerder van de Syrische president tegen persbureau SANA dat een aantal oppositiegroepen de hoofdstad Damascus onder vuur nam en zo het bestand had geschonden.
De terroristen van IS maken geen deel uit van de wapenstilstand en bonden de strijd aan met Koerdische milities in de plaats Tel Abyad, vlakbij de grens met Turkije. De internationale coalitie voerden bombardementen uit om de aanval van IS te stuiten, daarbij zouden 45 jihadisten zijn gedood. Ook twintig Koerden kwamen om.