Servië en Slovenië hebben aangekondigd hun grenzen te sluiten. In navolging van Macedonië gaan beide landen vanaf woensdag strenge controles uitvoeren bij de grensovergang. Daardoor wordt de vorig jaar zo populaire Balkanroute volledig afgesneden voor asielzoekers.
In 2015 staken meer dan een miljoen migranten de grenzen van de Balkanlanden over in hun weg naar het oosten en noorden van Europa. Dat zal de komende maanden niet opnieuw gebeuren: Slovenië laat alleen nog mensen met geldige paspoorten en visa binnen.
Servië gaat vergelijkbare maatregelen treffen. De Servische autoriteiten voeren strenge controles door bij de zuidgrens met Macedonië en Bulgarije. Kroatië – dat tussen Servië en Slovenië inligt – gaat de grenzen ook beter afschermen.
Merkel
Als de aangekondigde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd, is het voor asielzoekers niet langer mogelijk om Duitsland en Oostenrijk te bereiken via de Balkan. De Duitse bondskanselier Angela Merkel zal met lede ogen aanzien hoe de landen hun poorten volledig afsluiten en de migratiedruk op Griekenland verhogen.
Merkel hamerde tijdens de migratietop in Brussel maandag op het feit dat Europese landen zich samen moeten inzetten voor een Europese oplossing. Zij nam het daarbij op voor de Griekse premier Alexis Tsipras, omdat ze vindt dat de Grieken een veel te zware last dragen in de migratiecrisis.
Merkel trok maandag fel van leer tegen een conceptverklaring van de EU waarin stond geformuleerd dat de westelijke Balkanroute was afgesloten. De bondskanselier wil dat de grenzen openblijven en staat zo lijnrecht tegenover haar Oostenrijkse collega Werner Faymann, die dinsdag nog maar eens herhaalde dat grenzen zullen sluiten.
Verdeling
Daardoor splijt de Unie uiteen in voor- en tegenstanders van gesloten grenzen. Op 24 februari nodigde Oostenrijk de ministers van de Balkanlanden uit in Wenen om te komen praten over hun grensbeleid. Bij die conferentie hebben de westelijke Balkanlanden hun krachten gebundeld om een blok tegen het EU-beleid van Merkel te vormen.
Eerder ondervond Brussel al weerstand van de vier Visegrad-landen Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië die de anti-immigratiepolitiek van de Hongaarse premier Viktor Orbán verdedigde. De EU hoopte met het migratieakkoord met Turkije een einde te maken aan de verdeling binnen het vraagstuk.
De Unie wil de illegale immigratie indammen en alle bootmigranten naar Turkije sturen. De Turken mogen vervolgens per Syriër die binnenkomt, een erkende vluchteling laten opnemen door een EU-lidstaat. Orbán verzette zich al tegen deze herverdeling.