Tal van zogenaamde terrorismedeskundigen en islamologen hebben de afgelopen jaren het einde van het islamitische terrorisme verkondigd. Vooral na de dood van terreurleider Osama bin Laden werd door velen gesuggereerd dat Al-Qa’ida bijna was vernietigd.
Daarna kwam de Arabische storm, door westerse media ‘Arabische lente’ genoemd.
Ook in de Arabische storm zagen de islamologen een bewijs van het faillissement van de Al-Qa’ida en het islamitische terrorisme. Al-Qa’ida voert volgens deze deskundigen een achterhoedegevecht. De Arabische lente zou een einde hebben gemaakt aan het islamitische terrorisme. Alle Arabische moslims waren immers bekeerd tot de democratie.
Iemand schreef in Trouw dat ik en andere islamcritici zich moeten verantwoorden omdat de moslims democratie willen, en niet het islamisme. Dat laatste heb ik overigens niet beweerd.
Rare tijden
Het waren rare tijden. Ik, criticaster van het islamitische geweld, moest me verantwoorden.
De laatste tijd horen we niets meer van deze terrorismedeskundigen of islamologen. Egypte koos voor een antisemitische president. Libië verkeert in chaos. En Tunesië verliest elke dag een deel van zijn seculiere verworvenheden.
Maar dat is niet alles. Alle landen in de Arabische storm zijn inmiddels getransformeerd tot een grote kweekvijver voor islamisme en islamitisch terrorisme.
In Syrië en Libië bewegen duizenden leden van Al-Qa’ida en andere terreurorganisaties zich bijna vrijelijk.
Wijd opengezet
De Arabische storm heeft de deuren van Arabische landen wijd opengezet voor radicale moslims. En Al-Qa’ida is een van de winnaars van de Arabische storm.
Wat is Al-Qa’ida? Een organisatie? Een politieke partij? Nee, het is een ideologie die moslims oproept om zich daadwerkelijk te islamiseren en te jagen op vijanden van de islam.
Wie zijn deze vijanden? Iedereen – dus ook moslims die geen islamitische staat willen en die niet bereid zijn om de gewelddadige jihad tegen de joden en het Westen te voeren.
Voorbeeld
Al-Qa’ida als organisatie is slechts een voorbeeld van hoe de ideologie van de jihad kan worden georganiseerd. Daarom kan ook na de dood van Osama bin Laden de ideologie van Al-Qa’ida zich nog razendsnel verspreiden. Het geloof van Al-Qa’ida is geen herinnering, maar een levende beweging.
De bezetting van een gasinstallatie in Algerije bewijst de veerkracht van de Al-Qa’ida-ideologie. Al-Qa’ida wordt steeds beter in het plannen en uitvoeren van grootschalige acties. Ook tonen de gebeurtenissen in Afrika en het Midden-Oosten een ernstige mate van professionalisering van diverse vormen van samenwerking tussen terroristische groeperingen.
De gijzelingsactie in Algerije was lang van tevoren voorbereid. De daders zochten een gepaste aanleiding. Deze actie zou hoe dan ook uitgevoerd worden. Daarover zijn het de echte deskundigen, de inlichtingendiensten, het eens: het was een goed voorbereide actie.
Tegelijkertijd vinden ze het zeer zorgwekkend. Alle multinationals in Afrika en in het Midden-Oosten kunnen doelwit zijn van aanslagen. Het beveiligen van dit soort complexen is niet gemakkelijk.
Oorlog in Irak
Na de aanslag van 2005 in Londen beweerden sommige politiek correcte opiniemakers dat Groot-Brittannië gespaard zou zijn gebleven zijn als de regering-Blair niet had deelgenomen aan de oorlog in Irak.
Dat is een rare redenering. De terroristen zullen altijd een reden vinden om hun terreurdaad te rechtvaardigen. Had Groot-Brittannië niet deelgenomen aan de oorlog in Irak, dan waren er wel andere redenen geweest de Britten aan te vallen.
Islamitische terroristen hebben geen concrete aanleiding meer nodig om aanslagen te plegen. De islamitische terrorist beschouwt het Westen en de Joden gewoon als vijanden – die mogen worden gedood.
De islamisten haten onze manier van leven, onze vrijheden, aldus oud-president van Amerika George W. Bush. En dat is de volle waarheid.
Zorgwekkend
Ook vonden velen het zorgwekkend dat niet alle jihadisten uit Algerije kwamen. Er is sprake van een internationale groep, inclusief enkele in Europa – vooral in Frankrijk – opgegroeide Noord-Afrikaanse moslims.
Het is te vroeg om in detail te kunnen treden. Maar volgens de laatste berichten werden al voor de bevrijdingsactie zeven gijzelaars doodgeschoten door de islamitische terroristen. Hebben de Algerijnse autoriteiten dan verkeerd gehandeld? Naar mijn mening niet.
Warm compliment
In het begin uitten de Amerikanen en de Britten kritiek op de Algerijnse autoriteiten. Maar daarna zwegen ze. Geen kritiek meer. In werkelijkheid verdienen de Algerijnse autoriteiten een warm compliment.
De Algerijnse regering wist dat hoe langer dit gijzelingsdrama zou duren, hoe meer doden en gewonden er zouden vallen. Daarnaast moest Algerije voorkomen dat de terroristen gasinstallaties in brand zouden steken. De geografische ligging van het complex was gunstig voor de terroristen. Daarom besloot de Algerijnse regering om onmiddellijk en keihard op te treden.
De Algerijnse actie tegen de islamitische terroristen is buitengewoon succesvol verlopen: er vielen relatief weinig doden en het complex is overeind gebleven.
Hulp vragen
Hadden de Algerijnen de Amerikanen of de Britten om hulp moeten vragen? Ze hebben dat niet gedaan, en dat is begrijpelijk.
Had Algerije om hulp gevraagd, dan zou de Algerijnse regering als zwakke staat overkomen. En dat is veel gevaarlijker dan een knullig optreden. Daarnaast zou niemand in staat geweest zijn om snel en adequaat op te treden. Algerije kent al een bloedige geschiedenis.
De opmars van Al-Qa’ida aan de buitengrenzen van Europa is een grote bedreiging voor de Europese veiligheid. Hierover woensdag meer.