Alles wijst erop dat minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën voorzitter wordt van de eurogroep. Dat betekent dat de PvdA’er in barre tijden twee moeilijke functies moet combineren: minister van Financiën in eigen land en leider van de ministers van Financiën van de zeventien eurolanden
Dat een nieuweling op het Europese toneel die eer toevalt, heeft minder te maken met Dijsselbloem zelf dan met zijn nationaliteit. Er is politiek gezien geen alternatief dan een voorzitter uit Nederland.
Besluiten
De eurogroep bereidt alle belangrijke besluiten in de eurocrisis voor. In een dergelijke situatie moet een minister uit een land dat nog enigszins gezond is het voorzitterschap bekleden, vinden de eurolanden.
Het lijkt Nederland te worden. Dat betekent dat Nederland na lange tijd weer een leider op het Europese toneel krijgt. Eervol, maar tegelijk risicovol.
Eigenbelang
Een voorzitter kan minder het eigenbelang najagen. Hij is per definitie degene die partijen op een lijn moet brengen.
Dat is in de Europese Unie ingewikkeld. Zeker omdat grote landen zich niet zomaar schikken naar de wil van anderen.
Vertrekkend eurogroepvoorzitter Jean-Claude Juncker voelde zich geregeld als het beleg op een sandwich: geplet tussen Frankrijk en Duitsland. Gezamenlijk optrekken met Duitsland, zoals Nederland doorgaans doet, zal ook moeilijker gaan als Nederland de rol van bemiddelaar heeft.
Corvee
Als Dijsselbloem op 21 januari door zijn collega’s wordt verkozen, kan hij dat niet weigeren. Wie lid is van een club moet ook corvee doen. Maar Dijsselbloem moet regelen dat hij zich in voorkomende gevallen kan laten vervangen in zijn rol als vertegenwoordiger van Nederland.
Opkomen voor het Nederlandse belang is al niet eenvoudig in het Brusselse machtspel; het mag niet helemaal ondersneeuwen.