De Europese Unie is ook een emotioneel instituut. Toen ik een tijdje geleden een kritische tekst over de eurocraten had geschreven, werd ik aangesproken door een geëmotioneerde Europese ambtenaar.
Het was geen eurofobe tekst. Toch zag hij in mijn tekst een aanval op zijn persoon. Die man moet de eurocraat van het jaar worden!
Ze houden in Brussel ontzettend veel van hun werkgever, de Europese Unie! Waarom kunnen ze zich niet openstellen voor kritische geluiden over de stand van zaken in Europa?
Bedreigde groep
Het bijzondere aan deze reactie was dat de Europese ambtenaar zichzelf en de eurocraten als een etnisch bedreigde groep ziet. Een bedreigde minderheid!
Het zelfbeeld van de Europese ambtenaar moet dezer dagen een enorme deuk hebben opgelopen, nu het Verenigd Koninkrijk een referendum wil uitschrijven over de positie van de Europese Unie binnen de Britse rechtsorde.
Premier David Cameron hield woensdag zijn langverwachte EU-speech. Aanvankelijk dacht hij in premier Mark Rutte (VVD) een betrouwbare bondgenoot te vinden voor een eurosceptische politiek. Dat is niet langer het geval. Premier Rutte zit in een coalitie met eurofielen en zij willen niets te maken hebben met de Britse politiek aangaande de toekomst van Europa.
Isolationist
Cameron hield zijn speech toch in zijn eigen land, in Londen: ‘Groot-Brittannië is nu zoals het altijd is geweest: onafhankelijk en open. Ik ben geen Britse isolationist. Ik wil niet alleen een betere deal voor Groot-Brittannië, maar ook voor Europa. Wij zouden daar binnen Europa actief aan moeten bijdragen.’
Cameron vindt de Europese Unie een traag instituut met een ernstig gebrek aan democratie. Wat moet veranderen? Wat moet anders?
Cameron is duidelijk: ‘Kunnen we het grote aantal dure Europese instellingen echt verantwoorden?’ Cameron vindt dat er macht van Brussel moet terugvloeien naar de lidstaten, zoals eerder beloofd is door Europese leiders. Alles is voor hem bespreekbaar.
Uitgang
Europa drijft de Britten naar de uitgang van de Europese Unie. Zo wordt het in Engeland gevoeld. En dat gevoel verwoordde Cameron met een historisch geografisch feit: ‘Omdat Groot-Brittannië een eiland is, is er hier een bepaalde gevoeligheid over Europa. Dat zal ook niet veranderen. We zijn praktischer ingesteld als het gaat om de EU. Het is volgens ons niet een doel op zichzelf, maar een middel.’
Eigenlijk kunnen ook andere landen goede historische redenen hebben om uit de Europese Unie te stappen. Erg overtuigend was de toespraak van Cameron niet. Als de Britten andere Europese volkeren willen overtuigen van hun Europese politiek, dan moet de Britse leider met een duidelijk perspectief komen. Cameron kan dat niet aanreiken. Ook hij zit in een coalitie met eurofielen.
Helderheid
De toespraak van Cameron getuigde wel van een politieke helderheid, die onmiddellijk tot vele reactie heeft geleid.
Premier Cameron heeft politiek gezien briljant gehandeld. Hij zegt tegen de Britten: als jullie bij de volgende verkiezingen weer massaal op ons stemmen, schrijven we referendum uit over de Europese Unie. Het wordt dus een dubbel referendum: eerst de verkiezingen en daarna een referendum.
Wie op conservatieven stemt, stemt tegen de macht van Brussel. Sommige eurofielen vinden het niet erg. In Parijs wordt nu al gezegd dat de Britten best uit de EU kunnen stappen.
Psychologisch effect
Maar in werkelijkheid gaat het om het psychologische effect van het Britse vertrek. Europa zonder Groot-Brittannië is niet langer een eenheid. De eurofielen moeten uitkijken en niet te snel juichen. Ze moeten het effect van een Brits ‘nee’ op andere Europese volkeren niet onderschatten.
De noordelijke landen beginnen zich erg ongemakkelijk voelen in de Europese Unie. En dat is niet onbegrijpelijk. Brussel is een gigantisch machtscentrum, een labyrint van macht, alsof ze daar over de absolute macht beschikken. En dan is er ook nog het ernstige tekort aan democratie in Brussel!
Machtsdrang
De eurocraten begrijpen niet dat zij met een nieuwe retoriek en houding de Europese volkeren voor de Unie moeten winnen. De eurocraten moeten openheid en geduld betrachten. Zij zien zich als de redders van Europese volkeren. Maar dat is zelfoverschatting. Geduld, zuinigheid, terughoudendheid en meer bescheidenheid hebben de eurocraten nodig.
De eurocratie kan blijven functioneren zolang de burgers niet al te grote materiële problemen hebben. Maar zelfs als alle materiële problemen worden opgelost, zouden de eurocraten een andere houding moeten aannemen jegens hun opdrachtgevers, de Europese burgers.
De starre emotionele eurocraat zal uiteindelijk de Europese Unie geen dienst bewijzen door zelfoverschatting, machtsdrang en geslotenheid. De democratie en de rechtstaat moeten de eurcratie vervangen. Dat zou de redding van Europa zijn.
Minder macht naar de Unie zal de Europese Unie kunnen redden.