Europese leiders strijden in Brussel over het geld dat de EU de komende zeven jaar mag uitgeven. Uit persgesprekken viel op te maken dat een deal haalbaar is – maar nog lang niet zeker.
De onderhandelingen staan in het teken van de crisis die Europa teistert. Landen snijden in hun uitgaven en nettobetalers als het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Nederland willen de Unie niet ontzien.
Arme landen als Hongarije en de Baltische staten vrezen daardoor grote problemen. Eenderde van hun begroting bestaat uit
Europees geld.
Euroscepsis
De Duitse bondskanselier Angela Merkel is bereid dieper in de buidel te tasten omdat haar land er economisch het beste voor staat. Maar Merkel moet ook rekening houden met de groeiende Duitse euroscepsis. Berichten dat elfduizend Europese ambtenaren meer zouden verdienen dan Merkel, voedt de afkeer van de Unie.
Er lijkt een meerjarenbegroting te komen van iets minder dan 1.000 miljard euro; 140 miljard per jaar, ofwel 1 procent van wat de Europeanen met elkaar verdienen.
Oud beleid
Dat zou betekenen dat de begroting voor het eerst in de geschiedenis niet stijgt. Het slechte nieuws is dat daar geen inhoudelijk verhaal achter zit.
Hervormingen blijven uit, evenals een Europees debat over taken die landen beter zelf kunnen doen. Oud beleid – zoals de buitenproportionele financiering van de Franse landbouw – blijft bestaan.
Investeringen in innovatie, onderzoek en grensoverschrijdende verbindingen, die Europa juist vooruit helpen, groeien minder dan aangekondigd.
Broekriem
Met deze uitkomst wijst het Europees Parlement de deal zeker af. Dat de leiders de Unie meer taken geven, maar er geen budget tegenover stellen, is voor het parlement onaanvaardbaar.
Dat klinkt logisch, ware het niet dat dit parlement zelf totaal ongeloofwaardig is. Het wil alleen maar ‘meer Europa’, terwijl daarvoor geen draagvlak is, en het trekt zelf de broekriem niet aan.
Dat de parlementariërs zichzelf bedruipen met een maandelijkse vergoeding van 4.300 euro voor onkosten die ze niet hoeven te verantwoorden, is slechts één van de vele voorbeelden van de wereldvreemdheid van deze politici.