En toen hadden de gebouwen het gedaan. Waarom staat Zweden in lichterlaaie? Vrijwel alle commentaren wijzen op de voorsteden waar de rellende jongeren wonen.
‘De wijken hebben een paar dingen gemeen,’ zei NRC Handelsblad. ‘Ze staan vol treurige hoogbouw, veelal uit de jaren zestig en zeventig, die daar tamelijk liefdeloos is neergezet en die dringend aan vervanging toe is.’
Nieuw is deze verklaring niet. Je hoorde haar ook in 2005, toen de Parijse banlieues aan de beurt waren. En niet te vergeten: het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart, thuisbasis van Mohammed B. Dat moest op de schop vanwege de repeterende huizenblokken die stedebouwkundige Van Eesteren er vorige eeuw had neergezet. Achterliggende gedachte: logisch dat jongeren zich in zo’n omgeving afkeren van de samenleving.
Krachtwijk
Het is waar dat het de wijken hierboven er weinig uitnodigend bij liggen. Wat Slotervaart betreft mag ik mezelf ervaringsdeskundige noemen. Jaren heb ik er gewoond. Toenmalig minister Ella Vogelaar (PvdA) mocht graag spreken van een ‘krachtwijk’. Zelden zal de Haagse Newspeak krampachtiger hebben geklonken. Toch hen ik zelf heb ik nooit de aandrang gevoeld om de wijk kort en klein te slaan.
Onterecht krijgt hier de architectuur de zwartepiet toegespeeld. De huizenblokken in Slotervaart staan namelijk ook op talloze andere plekken, waar het wel prima toeven is. Neem Buitenveldert, aan de Zuidkant van Amsterdam. Daar vinden we precies dezelfde jaren zestig en zeventigbouw.
Alleen doet die helemaal niet ‘treurig’ aan, zoals NRC Handelsblad het omschrijft, en de ‘liefdeloze’ manier waarop ze zijn neergezet … tja. Een typering à lá NRC klinkt ineens heel schril als je op een zonnige dag door Buitenveldert loopt. Aan de balkons hangen bloembakken, de stoepen zijn schoon.
Simpele oplossing
Ziehier het échte verschil met Slotervaart – en ongetwijfeld ook met vergelijkbare wijken in Zweden. Een boel troosteloosheid valt te voorkomen als buurtbewoners een beetje zuinig zijn op hun wijk. De bewoners van Buitenveldert doen voor hoe het moet.
Tegelijk is dit een nogal ongemakkelijke conclusie. Want gedrag verander je niet zomaar. Dat maakt de schuldige stenentheorie vermoedelijk ook zo aantrekkelijk voor beleidsmakers. Bij een duidelijke probleem (troosteloze architectuur, liefdeloze planologie) hoort een simpele oplossing (hippe nieuwe appartementen). Vermoedelijk wordt dit straks ook de strategie in het progressieve Zweden.
Je kunt er vergif op innemen dat het land straks als een dolle gaat bouwen in zijn krachtwijken. Herstel: kraftdistrikten.