Mooi, loonsverhoging voor Europese ambtenaren zal er voorlopig niet komen

Mooi dat het Europese Hof van Justitie de loonsverhoging van Europese ambtenaren tegenhoudt. De tijd dat werken in de Unie iets bijzonders was en dus ook zo beloond moest worden, is allang voorbij.

De Europese Commissie presteerde het om midden in de economische crisis een loonsverhoging van de toch al niet bescheiden lonen van Brusselse ambtenaren voor te stellen. Een wereldvreemd voorstel, waarmee het Europees Hof van Justitie deze week alsnog korte metten maakte.

Het Hof concludeerde dat de in 2011 voorgestelde loonsverhoging voor ambtenaren van de Europese Unie onterecht was. De Europese Commissie wilde de lonen en pensioenen op grond van een index gebaseerd op lonen uit acht lidstaten met 1,7 procent verhogen.

Conflict

Dit tot verbijstering van de regeringen van de landen van de Unie. Onder aanvoering van onder meer Nederland wezen zij het voorstel af, wijzend naar de economische crisis die in de landen tot forse bezuinigingen had geleid.

Het conflict leidde ertoe dat beide partijen naar het Hof in Luxemburg togen. De Commissie verweet de landen van de Unie dat ze de jaarlijkse aanpassing van de ambtenarensalarissen niet goedkeurden. De landen op hun beurt verweten de Commissie dat die onvoldoende rekening hield met de gevolgen van de economische crisis.

Het Hof heeft nu geoordeeld dat de landen gelijk hadden.

De Commissie ging ten onrechte voorbij aan een clausule in het ambtenarenstatuut dat in tijden van ‘plotselinge en ernstige achteruitgang van de economische en sociale situatie’ kan worden afgezien van de gebruikelijke verhoging. De regeringen vielen volgens het Hof terecht terug op die clausule en dat had de Commissie moeten aanvaarden.

Familiebeslommeringen

Het is een zegen dat die clausule er überhaupt is. De lonen van de Europese ambtenaren zijn in de ogen van onder meer de Nederlandse regering, ondanks aanpassingen in 2004, nog altijd exorbitant. Dit staat nog los van vergoedingen voor familiebeslommeringen waarvoor naar het eigen land moet worden gereisd.

In Brussel is ‘met verbijstering’ kennisgenomen van het oordeel uit Luxemburg. Het is te hopen dat de verbijstering leidt tot voorstellen voor realistischer beloningen van Europese ambtenaren en overbetaalde functionarissen als de eurocommissarissen.

De tijd dat werken in de Unie iets bijzonders was en dus ook zo beloond moest worden, is allang voorbij.