Onder pro-Europese politici ging het in Oekraïne niet veel beter

De Oekraïense president Viktor Janoekovitsj heeft het verprutst. Maar de vraag is of er onder pro-Europese politici een einde komt aan wanbeleid, corruptie en zelfverrijking wordt nauwelijks gesteld.

Langzamerhand lijkt een burgeroorlog in Oekraïne niet eens zo’n ondenkbaar scenario meer. Massa’s betogers nemen straten en overheidsgebouwen in, en niet alleen meer in de hoofdstad Kiev.

Het leger vroeg de president vrijdag om ‘dringende maatregelen’ die de toestand in het land weer kunnen ‘stabiliseren’. De groepen die het verzet leiden, bezweren pas naar huis te gaan als Janoekovitsj het veld ruimt.

Barricadenoorlog

Begrijpelijk, want Janoekovitsj is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat het aanvankelijk voorbeeldige protest tegen de regering is ontaard in een koude barricadenoorlog in de besneeuwde straten van Kiev.

Met draconische wetten naar Russisch voorbeeld, die protesten de kop in moesten drukken, heeft Janoekovitsj de kat op de staart getrapt.

Voordeel van de twijfel

Europa en de Verenigde Staten, die zich steeds meer bemoeien met de crisis in Oekraïne, zijn openlijk op hand van de betogers.

Revolutionairen, zo lijkt het, krijgen in het Westen al op voorhand het voordeel van de twijfel.

Dat bleek al tijdens de ‘Arabische Lente’: zij die de moed hebben om leger en oproerpolitie te weerstaan, worden gezien als voorvechters van vrijheid en democratie.

Maar de vraag of het beter zou gaan met het land als de pro-Europese oppositie weer aan de macht komt, wordt weinig gesteld.

Corruptielijst

Want ook onder Europa-gezinde politici als Julia Timosjenko en Viktor Joestsjenko was er wanbeleid, corruptie en zelfverrijking. Toen de Sovjet-Unie uiteenviel, was het gemiddelde inkomen van de Oekraïner net zo hoog – of eigenlijk net zo laag – als dat van de Poolse burger. Inmiddels is het gemiddelde jaarinkomen in Polen bijna 21.000 dollar. Ter vergelijking: in Oekraïne is dat nauwelijks 7.500 dollar.

Oekraïne staat op de corruptieranglijst van Transparency International op een beschamende 144ste plaats. Dat zal niet op slag veranderen als betogers het parlement innemen en Janoekovitsj dwingen vanuit het ziekenhuis zijn post ter beschikking te stellen.

Wel is er dan op ondemocratische wijze een einde gekomen aan een democratisch gekozen regering: Janoekovitsj, toen net zo pro-Russisch als nu, kreeg in 2010 48,8 procent van de stemmen.