Een WRR-rapport waarschuwt dat gastarbeiders uit Midden- en Oost-Europa meer gaan kosten dan dat ze bijdragen aan de economie. Niet de overheid, maar de immigrant zelf moet zijn integratie in goede banen leiden.
Als we niet oppassen, trappen we opnieuw in de val. Daar komt het rapport op neer van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over immigratie van Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten.
De raad herinnert aan de komst van veel laagopgeleide gastarbeiders eind vorige eeuw die al snel in een uitkering kwamen, waardoor de kosten uiteindelijk hoger uitvielen dan de baten. Het bedrijfsleven had er profijt van, maar de gemeenschap kreeg de rekening.
Voorzieningen
De WRR heeft groot gelijk met haar waarschuwing voor een herhaling van dit drama. Nu nog leveren immigranten uit Centraal- en Oost-Europa de schatkist netto 1.800 euro per jaar op. Dat komt doordat ze wel belasting betalen, maar weinig gebruikmaken van publiek gefinancierde voorzieningen.
Maar de raad voorziet dat dit niet zo blijft. Nederland trekt vooral laagopgeleide immigranten. De ervaring leert dat die moeilijk integreren op de arbeidsmarkt en vaak wel in het land blijven. Hoogopgeleiden, die kansrijk zijn op de arbeidsmarkt, vertrekken eerder.
Tweede Kamer
Dan de oplossing. Terecht vraagt de raad om aandacht van de politiek: die moet zich afvragen hoe de arbeidsmigratie in goede banen te leiden. Tweede Kamer, luistert u mee?
De WRR geeft een aantal voorzetten, zoals meer aandacht voor de sociaal-economische integratie door scholing, taaltraining en begeleiding op de arbeidsmarkt.
Verantwoordelijkheid
De vraag is wie dit moet doen – hopelijk niet de overheid. Aan een nieuw welzijnscircuit heeft niemand behoefte. Het opleggen van een taalcursus is in de Europese Unie trouwens verboden: extra eisen stellen aan andere EU-burgers is discriminatie.
Werkgevers die baat hebben bij de goedkope krachten, hebben wel een taak, maar uiteindelijk is sociaal-economische integratie toch vooral een verantwoordelijkheid van de migranten zelf.
Zeer terecht dat de WRR die eigen verantwoordelijkheid in het rapport ook meldt.