Revoluties leveren vaak andere leiders op dan demonstranten voor ogen hebben. Dat gevaar dreigt ook in Oekraïne, waar volkswoede de verering van extreme figuren stuwt. Europa kan beter voorzichtig zijn met gulle giften en woorden van steun.
Het is na het bloedige geweld en de verdrijving van president Viktor Janoekovitsj hoogst onzeker welke richting Oekraïne zal opgaan. In het grote Oost-Europese land met zo’n 45 miljoen inwoners is sprake van een machtsvacuüm – in feite heeft de straat het voor het zeggen.
Massamoordenaar
Dat klinkt leuk – een revolutie, spannend! – maar de gevolgen kunnen een stuk minder aangenaam zijn. Vaak, niet altijd, leveren revoluties leiders op die de demonstranten helemaal niet voor ogen hadden toen zij besloten in opstand te komen.
Zo werd uit de Russische Oktoberrevolutie in 1917 massamoordenaar Stalin geboren. In Iran ontaardde een goedbedoelde roep om vrijheid in een dictatoriaal islamitisch bewind en recentelijk, in Egypte, zorgde een doorgedraaide Moslimbroeder voor chaos en voor nog meer geweld.
Kaarten
In Oekraïne is de situatie op het eerste oog overzichtelijker. De rol van de partij van Janoekovitsj is zo goed als uitgespeeld, de kansen op macht van de ‘pro-Europese’ oppositie lijken daarentegen levensgroot.
Lijken, want ook die zogenoemde ‘moderne’ politici zijn besmet en bij veel Oekraïners niet populair. Zo werd de vrijgelaten Joelia Timosjenko zaterdag in Kiev bejubeld, maar ook flink uitgejouwd. Rond de oud-premier hangt een zweem van corruptie en machtsmisbruik.
Voormalig bokskampioen Vitaly Klitsjko sloot compromissen met de gehate Janoekovitsj. Nemen de Oekraïners die ‘gematigde’ oppositie nog wel serieus, of gaan ze voor ‘radicaal’?
De voorhoede van de maandenlange protesten werd, zeker toen het op botweg vechten aankwam, gevormd door de mannen van Pravy Sektor (Rechtse Sektor), die zich daarmee bij een breed publiek geliefd maakten. Deze groepering is een bonte verzameling van allerlei extreem-rechtse en anti-Russische krachten, vermengd met relschoppers.
En dan is er ook nog de ultranationalistische partij Svoboda (Vrijheid), waarvan de leider eens riep dat het land moet worden gered ‘uit de klauwen van Moskouse-Joodse maffia’.
Heldenstatus
Als hun grote voorbeeld geldt doorgaans de fascistische ‘volksheld’ Stepan Bandera (1909-1959) wiens levensgrote foto vlak na de omwenteling in het Oekraïense parlement werd gehangen.
Hij is geen onbekende in de hedendaagse politiek: oud-president Viktor Joesjenko, die uit hetzelfde kamp komt als Timosjenko, verleende Bandera in 2010 postuum de hoogste heldenstatus – een daad die op hevig protest kon rekenen van de opperrabbijn in Oekraïne. En met recht, want hoewel Bandera bij nationalisten bekendstaat als een voorvechter voor onafhankelijkheid onder de nazi-bezetting, was hij toch vooral een ordinaire antisemiet.
Zijn aanhangers vermoordden duizenden Joden. Uit naam van Bandera werden tijdens de oorlog pamfletten verspreid waarin werd opgeroepen tot de ‘vernietiging van het jodendom’.
Maar Bandera was ook fel anti-Russisch en moest niets hebben van de jarenlange Sovjet-overheersing in zijn land. Het is de voornaamste reden waarom Joesjenko hem zo nadrukkelijk omarmde.
In dat licht is de opmerking van de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov, dat we hier te maken hebben met ‘fascisten’, zeker geen losse flodder.
Donaties
Europese politici doen er verstandig aan een tijdje te wachten met hun gulle donaties en lieve woorden. Met de huidige onvoorspelbare situatie kunnen de miljarden euro’s van de Europese Unie zomaar in verkeerde handen vallen.
En dat is vast niet wat het liberale duo Hans van Baalen en Guy Verhofstadt voor ogen had, toen beide politici in Kiev hun bewondering uitspraken over de Oekraïners als vermeende ‘verdedigers van Europese waarden en democratie’.