Klimaatakkoord China en Amerika is waarschuwing voor Europa

China en de Verenigde Staten nemen samen het voortouw in het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Nu de twee wereldmachten overeenstemming hebben bereikt, dreigt de invloed van Europa te worden gemarginaliseerd.

China en de Verenigde Staten sloten woensdag een klimaatakkoord. De Amerikanen beloven in 2025 de uitstoot van broeikasgassen met 26 tot 28 procent terug te brengen ten opzichte van het niveau in 2005.

China belooft zijn CO2-piek voor 2030 te bereiken en daarna de uitstoot te beperken door het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen tot maximaal 80 procent van zijn energiemix.

Grootste vervuilers

Klimaatwetenschappers over de hele wereld zijn enthousiast over het akkoord. Niet omdat de overeenkomst zo ver gaat als zij zouden willen – op de afgesproken doelstellingen valt namelijk veel af te dingen.

Het is ook nog maar de vraag of de Amerikaanse president Barack Obama het akkoord in zijn eigen land overeind kan houden. Maar blijdschap overheerst omdat de twee grootste vervuilers ter wereld het eindelijk eens zijn.

China is weg uit het kamp van de klimaatsceptici. Daarmee is het belangrijkste obstakel voor internationale milieumaatregelen verdwenen. Landen die de uitstoot wilden beperken, deden dat tot nu toe niet omdat concurrerende economieën er niets van wilden weten.

Status quo

Nu de twee grootste markten ter wereld – samen goed voor 45 procent van de uitstoot van alle broeikasgassen – een akkoord hebben bereikt, is die jarenlange status quo doorbroken. Het opent de weg voor een wereldwijd akkoord op de klimaattop die in december 2015 in Parijs wordt gehouden.

De Chinese president Xi Jinping zei zelfs: ‘We zijn het erover eens dat we er zorg voor zullen dragen dat in Parijs een overeenkomst kan worden bereikt.’

Roekeloos

Ik ben geen klimaatexpert. Ik heb de afgelopen jaren met interesse de discussie over het broeikaseffect gevolgd, maar ik kan er nog steeds geen zinnig woord over zeggen.

Twee dingen weet ik wel. Het heeft miljoenen jaren gekost om de wereldvoorraad aan olie, gas en steenkool te vormen. Het is roekeloos om die voorraad er in honderd jaar doorheen te jagen, zonder serieus te kijken naar alternatieven en energiebesparing.

Het tweede punt is de opstelling van Peking. China heeft decennialang economische groei boven ecologie gesteld en zijn bevolking proeft daarvan dagelijks de wrange vruchten. Natuurlijk kon het zo niet verder, al was het maar omdat de sociale onvrede over de vervuiling steeds verder toeneemt en een bedreiging vormt voor de binnenlandse maatschappelijke stabiliteit.

Ergernis en jaloezie

En toch is het opmerkelijk dat uitgerekend de Verenigde Staten en China het voortouw nemen. De twee landen zijn het over zo veel zaken hartgrondig oneens. De wereldleider van de afgelopen eeuw en zijn uitdager in de 21ste eeuw. Ze hebben een onderwerp gevonden waarover ze het eens zijn.

Het klimaatakkoord kan wel eens veel verdergaande consequenties hebben dan we nu vermoeden. De Amerikanen gaven al eerder aan dat zij meer toekomstperspectief zien in de Pacifische regio dan in de oude Atlantische band.

En China heeft een haat-liefdeverhouding met de Amerikanen. Ondanks de ergernis en de jaloezie voelt China feilloos aan dat het meer heeft te winnen dan te verliezen bij goede relaties met de Verenigde Staten; al was het maar omdat de Amerika vooralsnog de grootste exportmarkt is voor Made in China.

Geobsedeerd

Deze week is geschiedenis geschreven door de gelijkwaardige manier waarop de twee wereldmachten van dit moment samen optrekken. Het roept de vraag op wat dit betekent voor Europa.

In het klimaatdossier verwelkomt de EU de Chinese opstelling. Maar wat als het gaat om een vrijhandelszone in de Stille Oceaan waarvan de grootste economieën in de wereld profiteren, maar de EU-landen niet? Of over vrede en veiligheid in het Midden-Oosten, waar Europa het leeuwendeel van zijn olie vandaan haalt?

De invloedssferen op de wereldkaart worden opnieuw ingetekend. Wij zijn hier geobsedeerd door wat er allemaal niet deugt aan de EU – en daar is soms alle reden toe.

Maar misschien moeten we ook eens nadenken of we als Europa toch niet beter af zijn als we onze belangen gezamenlijk behartigen tegenover twee wereldmachten die elkaar lijken te hebben gevonden.