Dooi in Chinees-Japanse relatie is lichtpuntje in donker jaar

De Chinese president Xi Jinping sprak zich deze week uit voor een einde aan de haat tegen Japanners. Dat is goed nieuws, want op een conflict tussen twee van de grootste economieën ter wereld zit niemand te wachten.

China herdacht natuurlijk al langer de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog, maar afgelopen weekeinde werd voor het eerst een nationale herdenkingsdag gehouden voor het bloedbad van Nanjing.

Op 13 december 1937 werd Nanjing onder de voet gelopen door Japanse troepen. Zes weken lang werd er geplunderd, verkracht en vermoord. Volgens Chinese historici kwamen daarbij 300.000 soldaten en burgers om het leven.

Een geallieerd oorlogsgerechtshof houdt het op 142.000 doden. Maar het blijft één van de bloedigste oorlogsmisdaden van de Tweede Wereldoorlog.

Duivels

Eerder dit jaar bezocht ik het herdenkingsmuseum in Nanjing. Het is zonder meer een indrukwekkende gedenkplek, vol van pathos en waar over Japanners alleen in termen van ‘duivels’ wordt gesproken.

De Japanse veldtocht blijft tot op de dag van vandaag de verhoudingen met China – en Zuid-Korea –  bepalen. Niet in het minst doordat Japan halfhartig afstand heeft genomen van zijn eigen oorlogsverleden en revisionisten zelfs daaraan nog afbreuk willen doen.

Neerwaartse spiraal

Wat natuurlijk ook niet helpt is dat beide landen ruziën over een eilandengroep in de Oost-Chinese Zee (die Diaoyu in het Chinees en Senkaku in het Japans heten). Twee jaar geleden laaide de kwestie op toen de eilanden door de Japanse overheid werden gekocht van een private eigenaar. Het leidde tot felle anti-Japanse demonstraties in China.

Sindsdien zitten de Chinees-Japanse relaties in een neerwaartse spiraal. De Chinese staatsmedia varen een fel nationalistische koers en geen mogelijkheid wordt onbenut gelaten om anti-Japanse sentimenten verder te voeden.

Ieder jaar doen de Japanse ngo Genron NPO en de staatskrant China Daily onderzoek naar de manier waarop Japanners en Chinezen over elkaar denken. Dit jaar bleek dat 93 procent van de Japanners een negatief beeld heeft van China. Andersom is dat 90 procent.

Voor het eerst in de tien jaar dat dit onderzoek wordt gehouden, is ook gevraagd of de respondenten verwachten dat beide landen in een gewapend conflict verzeild raken. Zo’n 53 procent van de Chinese respondenten en 29 procent van de Japanse denken dat beide landen ergens in de periode tot 2020 oorlog gaan voeren.

Verrassing

De Chinese regering besloot tot het instellen van een officiële herdenkingsdag op het dieptepunt van de Chinees-Japanse betrekkingen. Velen hadden gedacht dat de dag zou worden gebruikt voor de gebruikelijke anti-Japanse retoriek.

Maar tot veler verrassing gebruikte de Chinese president Xi Jinping de herdenkingsdag om een verzoenende toon aan te slaan. Natuurlijk was hij ferm over de gebeurtenissen van december 1937.

Maar hij zei ook: ‘De volkeren van China en Japan moeten hun vriendschap van generatie op generatie doorgeven. […] Onze geschiedenis vergeten is verraad en hem ontkennen is een herhaling van de misdaad. Maar we mogen niet een volk haten alleen omdat een kleine minderheid van haviken een invasie en een oorlog heeft ontketend.’

Keerpunt

In november was er al de ontmoeting tussen Xi Jinping en de Japanse premier Shinzo Abe, die als keerpunt wordt beschouwd. Het was voor het eerst in bijna drie jaar tijd dat de leiders van de twee buurlanden elkaar ontmoetten. Beiden spraken toen de wens uit dat de verhoudingen tussen hun landen zou verbeteren.

Een gewapend conflict in de Oost-Chinese Zee tussen de tweede en derde economie ter wereld zou rampzalige gevolgen hebben, die niet tot de regio beperkt blijven. De animositeit tussen China en Japan is nog lang niet verdwenen. Maar het begin van dooi is een klein lichtpuntje aan het einde van een donker jaar.