‘Brussel, bemoei je met je eigen zaken!’ De reactie van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan maakt duidelijk waar Turkije staat: ver verwijderd van Europa.
De Europese Unie (EU), zo meent Erdogan, moet zich buiten zaken houden waarin ‘de Turkse justitie de strijd aanbindt met elementen die de nationale veiligheid bedreigen‘.
Afgelopen weekend werden in heel Turkije journalisten en politie-agenten opgepakt die bekendstaan als leden van de Gülen-beweging. Deze islamitische groepering was tot vorig jaar een bondgenoot van Erdogan, maar inmiddels voeren de twee een machtsstrijd in Turkije.
De 27 arrestanten worden beschuldigd van ‘intimidatie, bedreigingen, het voeren van een lastercampagne en het fabriceren van bewijs’ om zo de regering omver te werpen.
Onverenigbaar
Dat past in een patroon: wie kritiek uit op Erdogan, zijn AK-partij of de regering, loopt kans in het gevang te worden gegooid. In geen ander land – ook niet in China, Rusland of Iran – zitten zo veel journalisten vast.
Geen wonder dat EU-buitenlandvertegenwoordiger Federica Mogherini en de eurocommissaris voor uitbreiding Johannes Hahn deze nieuwe klopjacht op de pers afkeurden. Die gaat ‘in tegen Europese waarden en is onverenigbaar met de persvrijheid, het basisprincipe van een democratie’.
Heldere taal natuurlijk, maar blijkbaar maakt het weinig indruk. De massa-arrestatie is het zoveelste bewijs dat de regering in Ankara zich liever spiegelt aan Peking of Moskou dan aan Brussel.
Straffen
Vorige week nog waren Mogherini en Hahn op bezoek in Ankara, om verder te praten over de Turkse toetreding tot de Unie. Ze kregen volgens Mogherini een ‘warm welkom’.
Blijkbaar denkt Erdogan – gesterkt door de wetenschap dat EU-woordvoerders vaak boos zijn, maar nooit straffen – dat hij Europa voor eeuwig aan het lijntje kan houden.
De toetredingsonderhandelingen helemaal staken zou een gepaster antwoord zijn. Niet alleen om de massa-arrestatie te veroordelen, maar omdat een regering die zo omgaat met vrijheden simpelweg niet in Europa past.