In strijd tegen terreur is China een zeer belangrijke bondgenoot

Ook China kent zijn problemen met terrorisme. Niet zo vreemd dus dat het land zich wenst te voegen bij de internationale anti-terreurcoalitie. En daarin heeft China fundamentele voordelen ten opzichte van Amerika.

China veroordeelt de bloedige aanslag op de redactie van het Franse satirische magazine Charlie Hebdo in de krachtigste bewoordingen.

Een paar uur nadat twee of drie mannen dood en verderf in Parijs hadden gezaaid, kwam het Chinese ministerie van buitenlandse zaken – het was in Peking inmiddels middernacht geweest – met een persverklaring.

Het is meer dan de gebruikelijke blijk van medeleven als ergens in de wereld mensenlevens te betreuren zijn. China maakt zich grote zorgen over moslimextremisme en het land heeft daar goede redenen voor.

Nieuwe fase

Het land heeft al jaren te kampen met onrust in de autonome regio Xinjiang. In het uiterste noordwesten van de Volksrepubliek broeit een gevaarlijke mix van maatschappelijk onbehagen en moslimextremisme.

Een groep die zich de Oost-Turkestan Islamitische Beweging noemt, wil zich langs gewelddadige weg afscheiden van China en een eigen staat op islamitische grondslag vestigen.

In de afgelopen maanden is hun geweld een nieuwe fase ingegaan. Aanslagen beperken zich niet meer tot Xinjiang zelf, maar zijn ook naar de straten van grote Chinese steden als Peking en Kunming gebracht.

Niet alleen symbolen van de overheid en de partij vormden hier het doelwit, maar ook willekeurige burgers: toeristen op het Tiananmenplein in de hoofdstad of treinreizigers op het station van Kunming.

Dit is terreur in zijn helderste vorm: willekeurig geweld met geen andere bedoeling dan angst te zaaien.

Getrainde strijders

Net als westerse landen maakt China zich zorgen over moslims die zich geroepen voelen de wapens op te pakken in het Midden-Oosten.

We weten dat uitgeweken Oeigoerse moslimextremisten zich hebben aangesloten bij de Taliban; niet alleen uit inlichtingenrapporten en berichten van de pers, maar ook omdat gedode Oeigoeren zijn aangetroffen in terroristenkampen die zijn aangevallen in het grensgebied tussen Pakistan en Afghanistan.

De Chinese overheid vermoedt dat zich ook enkele honderden Oeigoerse strijders hebben aangesloten bij IS. De Chinezen vrezen dat die getrainde strijders op enig moment terugkeren om op eigen bodem aanslagen te plegen.

Al vaker heb ik betoogd dat China zich het afgelopen jaar als een echte grootmacht op het wereldtoneel is gaan gedragen. Vaak kreeg ik de vraag waarom China zijn verantwoordelijkheid in het Midden-Oosten niet neemt.

Stilte

De meeste mensen realiseren zich niet dat China op dit gebied buitengewoon actief is. Als de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry de regio bezoekt, draaien de camera’s.

Maar de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi en de speciale gezant voor het Midden-Oosten Gong Xiaosheng doen in betrekkelijke stilte hun werk.

De invloed van China in de regio is groter dan wij denken, om de simpele reden dat waar de Amerikanen steeds minder olie uit het Midden-Oosten betrekken, de Chinezen hun plek als belangrijkste afnemers hebben ingenomen. Ook om die reden is China gebaat bij het indammen van de opmars van IS.

De Chinezen geloven niet in het zenden van grondtroepen, bommenwerpers of drones. Wel geven ze hulp aan staten, om zo vrede en veiligheid te herstellen. En waar staten te zwak zijn om hun problemen op te lossen, proberen ze strijdende partijen om de tafel te krijgen.

China kan in het Midden-Oosten wel eens een doorslaggevende rol gaan spelen, omdat ze anders dan de Amerikanen overal welkom zijn, ook in Teheran en Damascus. Achter de schermen is Peking bijvoorbeeld druk bezig te bemiddelen tussen de Afghaanse regering en de Taliban.

De opkomst van IS is een game changer in de wereldpolitiek. Het zal leiden tot nieuwe, lange tijd ondenkbaar geachte coalities. De terugkeer van jihadgangers die terreur naar onze straten brengen, drukt ons met de neus op de feiten en dwingt ons nieuwe keuzes te maken.

Er valt een hoop op de Chinese leiders aan te merken, maar in deze strijd is China onze bondgenoot.