Vanwege zijn economische ontwikkeling en tot de verbeelding sprekende projecten, zijn we geneigd aan China een sterk bestuur toe te dichten. Maar een Chinees zal een heel ander antwoord geven.
Vanaf donderdag vergadert het Nationale Volkscongres in Peking twee weken lang over de toekomst van China. Toch is dit niet het onderwerp waar Chinezen het deze week met elkaar op internet over hebben.
Want dat is een video die zaterdag online werd geplaatst door Chai Jing. Deze voormalige tv-journaliste maakte een documentaire over de enorme luchtvervuiling die China teistert.
Gedurende 104 minuten spreekt Chai Jing op een podium voor een publiek, terwijl achter haar apocalyptische beelden van luchtvervuiling worden getoond, afgewisseld met korte reportages. Het doet denken aan Al Gore’s An Inconvenient Truth, maar dan in het Chinees.
Simpele vragen
Chai deed twee jaar onderzoek naar smog. Als oud-journaliste van staatsomroep CCTV stelde ze zichzelf drie simpele vragen: wat is smog, waar komt het vandaan en wat kunnen we eraan doen?
Chai nam in 2013 ontslag als verslaggever, toen bij haar ongeboren baby een tumor in de longen werd ontdekt. Dit motiveerde haar om onderzoek te doen naar luchtvervuiling. ‘Ik ben nooit bang geweest voor vervuiling, ik heb zelfs nooit een stofmasker gedragen. Maar als je leven in je draagt en alles wat ze ademt, eet en drinkt jouw verantwoordelijkheid is, dan pas voel je de angst,’ zegt Chai in de video.
Haar dochtertje werd na de geboorte geopereerd en maakt het naar omstandigheden goed.
Chais persoonlijke relaas raakt een gevoelige snaar in China. Sinds haar video zaterdag online werd gezet, is ‘China’s smog, onder de stolp’ bijna tweehonderd miljoen keer bekeken.
Applausmachine
De 39-jarige betaalde de productie zelf, maar werkte nauw samen met de Chinese filmpjeswebsite Youku en het Volksdagblad, de krant van de communistische partij. Minister van Milieu Chen Jining sprak zondag lovend over de documentaire en zei dat hij de maakster een sms’je had gestuurd om haar te bedanken.
En dan kom ik toch uit bij het Nationale Volkscongres. De timing van de video, de bemoeienis van een partijkrant en de goedkeuring van milieuminister Chen binnen 24 uur is natuurlijk niet toevallig.
China’s parlement mag dan geen werkelijke macht hebben en vooral als applausmachine voor het beleid van de partijelite functioneren – de jaarlijkse bijeenkomst van parlementariërs is natuurlijk wel een pr-momentje. Dat begrijpen Chai en Chen heel goed.
Voelbaar
De fenomenale economische groei van China in de afgelopen 35 jaar is niet zonder bijeffecten gekomen. De enorme vervuiling van grond, water en lucht is voor de Chinezen het misschien wel meest voelbare gevolg.
De afgelopen jaren nam de maatschappelijke weerstand toe. Eerst van milieuactivisten, al snel van brede lagen van de bevolking en uiteindelijk ook van de Chinese leiders. De bestrijding van smog is tegenwoordig staand beleid in China en kritiek op de luchtvervuiling wordt niet alleen getolereerd, maar zelfs aangemoedigd.
Er worden miljarden uitgetrokken om een probleem dat in drie decennia geleidelijk is ontstaan weer terug te draaien. Dat minister Chen publiekelijke lof uitsprak voor de documentaire is dus niet verwonderlijk. De industrie is door de brede aandacht voor de online-docu in het defensief gedrongen.
Obstakels
Het zwartepieten is al begonnen: een topman van China’s staatsoliemaatschappij CNPC zei dinsdag dat Chai te veel nadruk legt op de uitstoot van broeikasgassen door het wegverkeer en te weinig op luchtvervuiling door de staalindustrie en het stoken met steenkool.
Vanwege zijn economische ontwikkeling en tot de verbeelding sprekende projecten die in korte tijd worden gerealiseerd, zijn we geneigd aan China een sterk bestuur toe te dichten. Als je dezelfde vraag aan Chinezen stelt, zullen ze vaak zeggen dat hun land een zwak bestuur heeft, omdat het veel praktische problemen niet of slechts langzaam kan oplossen.
Het lijkt erop dat China’s leiders een nieuwe propagandastrategie hebben ontdekt: besturen via publieke opinie. De massa’s worden ingeschakeld om interne obstakels binnen het staatsapparaat aan te vallen.
Eigenlijk een oude propagandastrategie, maar dan in een verrassend modern jasje.