Atoomakkoord tussen Amerika en Iran is gok met zeer hoge inzet

'EPA'

Dat Iran weer voorzichtig in de armen wordt gesloten, is op het eerste gezicht een hoopvolle ontwikkeling. Maar gezien de grote belangen die op het spel staan, is deze toenadering van Obama een gok waarvan pas zal blijken of hij verstandig was als hij niet meer kan worden teruggedraaid.

Na tweeënhalf jaar onderhandelen thuiskomen met lege handen, zou een diplomatieke mislukking van jewelste betekenen. En dus straalden beide partijen – Iran en zes landen onder leiding van de Verenigde Staten – vorige week in Zwitserland optimisme uit over het bereikte akkoord inzake het Iraanse atoomprogramma.

Hoewel, akkoord? Er is na de lange nachtelijke gesprekken aan het Meer van Genève voorlopig niet meer afgesproken dan dat economische strafmaat­regelen tegen Iran worden opgeheven en dat Iran zijn nucleaire programma terugschroeft. Maar hoe precies, moet nog worden vastgelegd. Een afspraak om nadere afspraken te maken, dus.

Veiliger

De Amerikaanse president Barack Obama heeft van een deal met Iran een prestigekwestie gemaakt. Zijn uitgestoken hand naar de ayatollahs moet hen afhouden van een atoombom en dus van het Midden-Oosten – ja, de hele wereld – een veiliger plek maken.

Bovendien, zo hopen voorstanders van een deal met Iran, zal het land zich minder agressief opstellen als het weer op een normale manier handel gaat drijven met de rest van de wereld. Het zijn immers de haviken in Teheran die het Westen de schuld geven van de economische malaise.

En nu de ‘gematigde’ president Hassan Rohani een diplomatiek succes behaalt door te praten met ‘satan’ Amerika, zal de wind wellicht draaien in de Islamitische Republiek.

Overigens: ook onder deze ‘gematigde’ Rohani worden burgers geëxecuteerd en steunt Teheran nog steeds kwaadaardige machten als het Syrische regime en terreurbeweging Hezbollah in Libanon met geld en wapens.

Meer zorgen

Tegenstanders van de deal met Iran vrezen dat de miljarden die Teheran straks, als de sancties zijn opgeheven, weer gaat verdienen met de verkoop van olie, terecht zullen komen bij de gewapende groepen in een van de vele conflicten in het Midden-Oosten. Dat zou dus juist slecht nieuws betekenen voor de veiligheid in de regio.

En er zijn meer zorgen: zal Iran zich ditmaal wél aan de afspraken houden? Immers, eerdere afspraken over beperking van het Iraanse atoomprogramma – in 2004 bijvoorbeeld – bleken weinig waard.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu is woedend over het voorlopige akkoord. Hij wijst er terecht op dat Iran nu feitelijk voor het eerst groen licht heeft gekregen om het nucleaire onderzoek voort te zetten. Want juist door de beperkingen vast te leggen, wordt het bestaan van het Iraanse atoomprogramma erkend.

Dat is onmiskenbaar een overwinning voor Iran, waar slechts beloftes tegenover staan.

Bovendien zullen regionale rivalen als Saudi-Arabië niet willen achterblijven en zich gaan voorbereiden op het moment dat Iran toch ineens met kernwapens gaat zwaaien.

In de armen

Dat Iran weer voorzichtig in de armen wordt gesloten, is op het eerste gezicht een hoopvolle ontwikkeling. Het alternatief – militair ingrijpen – was ook niet aantrekkelijk. Maar gezien de grote belangen die op het spel staan, is deze toenadering van Obama een gok waarvan pas zal blijken of hij verstandig was als hij niet meer kan worden teruggedraaid.

‘Ons werk zit er nog niet op, een akkoord is nog niet getekend,’ zei president Barack Obama na afloop van de onderhandelingen. ‘Succes is niet gegarandeerd.’ Daarin heeft hij in elk geval groot gelijk.

Elsevier nummer 15, 11 april 2015