Toen Salman Rushdie ter dood werd veroordeeld door imam Khomeini, richtten intellectuelen Rushdie-comités op. Tegenwoordig heerst er een dodelijke stilte over de bedreiging van journalisten en cartoonisten die de islam op de hak durven nemen.
Flemming Rose is een zachtaardige man. Hij praat bedachtzaam. Ik sprak hem enkele jaren geleden al eens, maar ik herinnerde me weinig van dat gesprek.
In gezelschap van zwaarbewapende mannen heb ik hem letterlijk uit het vliegtuig gehaald. Nu is hij chef buitenland van de grootste krant van Denemarken, Jyllands-Posten.
Hij staat op de dodenlijst van Al-Qa’ida die ook bij andere terreurgroepen zeer populair is. Hij is geen politicus en ook geen militair. Wat wordt hem aangerekend?
Dissidenten
Flemming Rose (1958) studeerde Russische taal, geschiedenis en literatuur. In de jaren negentig van de vorige eeuw was hij correspondent in de Sovjet-Unie, later de Russische Federatie. Hij was getuige van het uiteenvallen van het Sovjet-regime. In Rusland sprak hij met dissidenten en mensenrechtenactivisten, waardoor hij begon te begrijpen hoe een totalitaire tirannie werkt.
De verhalen van de overlevenden van Goelag-archipel vormden het referentiekader van waaruit hij de wereld aanschouwt: de tirannie die de eenvoudigste vormen van de vrijheid vernietigde.
Grapje
In zijn boek Tyranny of Silence vertelt hij dat in de Sovjet-detentiekampen, na de dood van de Jozef Stalin in 1953, minstens driehonderdduizend gevangenen zaten die wegens het vertellen van een (incorrect) grapje tot een gevangenisstraf waren veroordeeld.
Nazi-Duitsland, de Sovjet-Unie, het Iraanse regime en vele andere totalitaire staten tolereren geen grapjes of satire over het heersende politieke systeem en de ideologie daarvan. Dit getal van driehonderdduizend kan een verantwoorde intellectueel niet meer vergeten.
Gevaarlijk gebied
Na veertien jaar keerde Flemming Rose in 2004 terug naar Denemarken en werd chef van het cultuurmagazine van Jyllands-Posten. Om de internationale dimensie van de krant te versterken, moest ook de cultuurbijlage internationaler worden.
Indertijd kondigde de Deense komiek Frank Hvam in een interview aan dat hij over alles en nog wat grapjes maakt, maar dat hij niet bereid is om over de islam of de symbolen daarvan grapjes te maken. Het is immers een te gevaarlijk gebied.
Op dat moment dacht Flemming Rose naar alle waarschijnlijkheid aan die driehonderdduizend grappenmakers die in de Sovjetkampen zaten opgesloten.
Zelfcensuur
Ook een cartoonist uitte zijn wil tot zelfcensuur omtrent de islam. Op een maandag werd Rose gebeld door hoofdredacteur Jørn Mikkelsen met het verzoek om in de redactievergadering te onderzoeken of er nog meer cartoonisten zijn die zelfcensuur toepassen.
Hoe onderzoek je zoiets? Heel simpel: je vraagt een aantal cartoonisten om over de profeet Mohammed een cartoon te maken. Niemand werd gevraagd om de islam belachelijk te maken, dat is belangrijk om te onthouden. Het ging slechts om een onderzoek naar zelfcensuur en de vrijheid van meningsuiting.
Cruciaal
In september 2005 verschenen de Mohammed-cartoons in Jyllands-Posten. Er werden cartoons naar het Midden-Oosten gebracht die nooit waren gepubliceerd, om zo de jihadisten en het gepeupel op te hitsen.
Imam Ahmad Abu Laban (van Palestijnse afkomst) speelde een cruciale rol bij het ontketenen van de cartooncrisis. Er kwamen volgens Rose bijna tweehonderd mensen om het leven bij de demonstraties tegen de vrijheid van meningsuiting in landen waar geen vrijheid van meningsuiting bestaat.
Tikkende bom
Flemming Rose wordt nu door islamitische terroristen verantwoordelijk gehouden voor de publicatie van twaalf cartoons over Mohammed. Maar de hele krant, en ook vooral Kurt Westergaard (de tekenaar van Mohammed met een tikkende bom in zijn tulband), vormen een gewild doelwit voor jihadisten.
In tegenstelling tot de jihadisten gelooft Rose in woorden: ‘That is the core issue. Words might offend or shock, but they can be countered in kind. Words are a democracy’s way of dealing with conflict.’
Kernwaarde
Flemming Rose zelf is nu het symbool geworden van de kernwaarde van de westerse beschaving: de vrijheid.
Hoe moeten we de titel ‘tirannie van stilte’ begrijpen? Flemming Rose is zelf een dissident geworden. Een dissident in de vrije wereld.
Ook is hij een onderduiker geworden in de vrije wereld. Dat is voor iedere rechtgeaarde intellectueel en politicus een onverdraaglijk idee. Toen schrijver Salman Rushdie ter dood werd veroordeeld door de Iraanse leider imam Khomeini en op grond daarvan alle islamitische terroristen hem wilden doden, richtten intellectuelen Rushdie-comités op.
Zelfgekozen stilte
Westerse intellectuelen verzetten zich tegen deze terroristische dreiging. Maar nu is het stil, doodstil. Dat is de tirannie van stilte, de zelfgekozen stilte van intellectuelen, journalisten en politici.
In zijn boek toont Rose op overtuigende, argumentatieve en feitelijke wijze aan welke invloed het buitenwettelijke geweld heeft op de uitoefening van het recht op vrije meningsuiting.
Ook reconstrueert hij als een degelijke onderzoeker alle feiten en bediscussieert hij alle argumenten die ten nadele van de vrijheid van meningsuiting in relatie tot de islam worden gebruikt. Lees Flemming Rose en geef zijn boodschap aan de wereld door. Het is een noodzakelijk boek.
Vrijheid
De westerse intellectuelen moeten de tirannie van de stilte doorbreken en een comité ter bevordering en bescherming van vrijheid van expressie vormen. We moeten onze moderne onderduikers niet alleen laten in de wereld waarin zij continu te maken hebben met bewaking.
Tegelijkertijd is het de taak van de overheid om degenen aan te pakken die het recht op vrije meningsuiting misbruiken ten einde geweld te promoten.
Kop op vrienden, de tirannie van stilte moet worden doorbroken. Flemming Rose en Kurt Westergaard verdienen onze steun.