Nog nooit werd zo’n hoge partijleider beschuldigd van corruptie als Zhou Yongkang. De scheidslijn tussen slim zakendoen en corruptie is uiterst dun in China.
Ergens in de komende weken begint in Tianjin het proces tegen Zhou Yongkang. Tot twee jaar geleden was hij de op twee na machtigste man van China. Je mag mensen niet op hun uiterlijk beoordelen, maar hij heeft zelf ook weleens gezegd dat hij de meest gevreesde man van China was.
In China wordt reikhalzend naar het proces uitgekeken. Niet dat iemand verwacht dat tijdens de rechtszaak aan waarheidsvinding zal worden gedaan.
Inkijkje
Maar er zal tijdens de behandeling van de zaak voldoende over zijn misdragingen naar buiten komen om de zware straf die hem zal worden opgelegd tegenover het publiek te rechtvaardigen.
De vergelijking wordt gemaakt met het proces tegen Bo Xilai, die in september 2013 tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld. Ook die zaak hield de gemoederen bezig, omdat die de gewone Chinees een inkijkje in de politieke elite gaf.
Bo was niet alleen corrupt en verduisterde gemeenschapsgeld; hij probeerde bovendien een door zijn vrouw gepleegde moord in de doofpot te stoppen.
Bo en Zhou kenden elkaar trouwens goed. Zhou werd gezien als Bo’s politieke mentor en hij voorzag voor hem een grote toekomst als zijn opvolger als minister van Publieke Veiligheid en misschien zelfs wel als partijleider en president.
Steekpenningen
In de zaak-Zhou speelt er geen moord, maar er zijn genoeg ingrediënten voor een smeuïg proces. Zhou zou zich eerder in zijn carrière hebben verrijkt bij olie- en grondtransacties.
Voordat hij in 2003 zijn politieke toppositie verwierf, was Zhou algemeen directeur van staatsoliemaatschappij CNPC en daarna partijsecretaris in de provincie Sichuan.
Chinese media melden dat in deze zaak beslag is gelegd op banktegoeden en goederen (huizen, auto’s, kunst, baar goud) met een totale waarde van 90 miljard yuan (11 miljard euro). Dat zijn een hoop steekpenningen.
Minstens zo pikant is dat Zhou ook het openbaren van staatsgeheimen ten laste is gelegd. Hij was tussen 2003 en 2013 verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid en beschikte daarvoor over een budget van bijna 100 miljard euro; hoger dan de Chinese defensiebegroting – wat verraadt van welke kant de Chinese leiders het grootste gevaar verwachten.
‘Staatsgreep’
Zhou was dus ook het hoofd van de geheime dienst en kon ambtshalve beschikken over de dang’an, de persoonlijke dossiers van het partijkader. De tenlastelegging suggereert dat hij vertrouwelijke gegevens heeft misbruikt.
De vraag is of hij dat heeft gedaan om zich te verrijken of dat hij die informatie voor politieke doeleinden heeft gebruikt. In China zingt zelfs het woord ‘staatsgreep’ rond.
Velen hadden gedacht dat Xi het niet zou aandurven om Zhou voor de rechter te brengen. Nog nooit is zo’n hoge partijleider beschuldigd van corruptie.
Enerzijds komt Xi daarmee zijn belofte na dat hij niet alleen vliegen, maar ook tijgers aan zou pakken. Anderzijds laat de zaak zien dat corruptie en machtsmisbruik in China zijn doorgedrongen tot de allerhoogste niveaus.
China heeft de afgelopen 35 jaar een fenomenale groeispurt gemaakt. Ondanks alle hervormingen speelt de overheid nog altijd een grote rol in de economie. Het is geen wonder dat de banden tussen de private en publieke sector nauw zijn. Wie succesvol zaken wil doen, kan niet zonder de juiste politieke contacten.
Atlético Madrid
The New York Times kwam deze week met een verhaal over de banden tussen China’s rijkste man Wang Jianlin en de politieke elite. U kent Wang misschien als de man die begin dit jaar een belang kocht in de Spaanse voetbalclub Atlético Madrid.
In 2007 had nog bijna niemand van Wang gehoord. Volgens The New York Times stond hij in dat jaar een aantal personen toe om aandelen in zijn vastgoedbedrijf Dalian Wanda te verwerven.
Het ging – toevallig of niet – om familieleden van Chinese partijleiders, onder wie de dochter en zoon van toenmalig premier Wen Jiabao, de zoon van toenmalig president Hu Jintao en de zus en zwager van de huidige president Xi Jinping.
Weg geëffend
De laatste twee hebben hun aandeel in oktober 2013, een maand voordat Xi tot partijleider werd benoemd, overgedaan aan een zakenpartner.
The New York Times benadrukt dat er geen indicatie is, laat staan bewijs dat zakelijke banden met familieleden van partijkopstukken waren bedoeld om concrete politieke beslissingen te bewerkstelligen. Wel beweert de krant dat hun participatie voor Wang de weg heeft geëffend om overal in China zaken te kunnen doen.
Het ging Wangs bedrijf voor de wind en anno 2015 zijn die aandelen het duizendvoudige waard. Soms is de scheidslijn tussen slim zakendoen en corruptie dun.