Het Turkse ‘tot hier en niet verder’ zal een opsteker zijn voor de honderden vervolgde politici, journalisten en schrijvers in Turkije. De nederlaag van Recep Tayyip Erdogan is niet te danken aan Turkse kiezers in Nederland.
Omdat er kakkerlakken in de wc van mijn vorige residentie liepen, antwoordde president Erdogan, toen hem pas werd gevraagd waarom hij voor omgerekend 490 miljoen euro een paleis met 1.150 kamers had laten bouwen.
De honger van Recep Tayyip Erdogan naar meer macht en decorum is niet te stillen. Met zijn AK-partij (AKP) regeerde hij sinds 2002 altijd met een meerderheid in het parlement.
De parlementsverkiezingen afgelopen zondag maakten daar een eind aan. Natuurlijk, de AKP haalde nog altijd ruim 40 procent van de stemmen. Maar de meeste Turken hebben genoeg van Erdogans keizerlijke aspiraties, zeker nu de op schulden gebaseerde economische hoogtijdagen voorbij zijn.
De Turken zagen de verkiezingen als een referendum over het streven van de besnorde oud-premier om als president nóg meer bevoegdheden naar zich toe te trekken.
Kwalijke gevolgen
Opmerkelijk. En ook verontrustend, gezien Erdogans bedenkelijke reputatie: van alle Turkse kiezers in het buitenland bleken die in Nederland het meest trouw aan Erdogan. 64 procent stemde op diens AKP. Waarom? Zij zijn gemiddeld lager opgeleid dan bijvoorbeeld de Turken in Duitsland.
Ook zijn hier minder Turkse Koerden die de AKP inruilden voor de Koerdische partij, die voor het eerst meedeed aan de verkiezingen en ruim 13 procent van de stemmen kreeg.
Bovenal wreekt zich hier het systeem dat Turken in Nederland wel kunnen meebepalen hoe Turkije wordt geregeerd, maar niet worden geconfronteerd met de kwalijke gevolgen van hun stem.
Het Turkse ‘tot hier en niet verder’ zal een opsteker zijn voor de honderden vervolgde politici, journalisten en schrijvers in Turkije. Aan het merendeel van hun landgenoten in Nederland hebben zij dat niet te danken.
Elsevier nummer 24, 13 juni 2015