Mensenrechten zouden de kern moeten zijn van de ideologische strijd met misdadige regimes. Maar principes maken steeds vaker plaats voor pragmatisme en realpolitik. De kernwaarden van de westerse politiek vervagen.
De internationale macht dreigt versnipperd te raken. Er is een krachtige tegenbeweging gaande tegen centrale machten, in welke vorm dan ook.
Tijdens de Koude Oorlog waren er twee supermachten, die in de internationale betrekkingen verschillende principes hanteerden. Aan de zijde van de Sovjet-Unie vonden ze de revolutionaire principes belangrijker dan de uitgangspunten van het internationale recht omtrent de rechten van de mens.
Realpolitik
Mensenrechten behoorden echter tot de basisprincipes van de westerse wereld. Wie wilde klagen over het gebrek aan de godsdienstvrijheid of de vrijheid van meningsuiting, moest in de westerse hoofdsteden zijn.
Tijdens de Koude Oorlog golden ook de principes van de realpolitik. Ook voor het Westen stonden de mensenrechten niet altijd voorop; de omstandigheden waaronder mensenrechten niet centraal zouden staan met betrekking tot een specifiek land, waren duidelijk.
Junta’s
Het ging om het terugdringen van het acute gevaar dat elders door de Sovjet-Unie werd veroorzaakt. Zodra het gevaar was geweken, keerden de mensenrechten ook voor dat specifieke land terug als ankerpunt van het beleid. Zodoende moest op een gegeven moment een einde komen aan de militaire junta’s in Chili en Argentinië.
Op deze wijze probeerde het Westen een consistent beleid te voeren ten aanzien van andere landen.
In de Koude Oorlog zocht het Westen continu een balans tussen realpolitik en het streven naar democratie en mensenrechten. Geen gemakkelijke opgave.
Quasi-statelijk
De multipolaire wereld van nu toont weinig achting voor grote machten, omdat die grote machten zelf niet in staat zijn om de basisbeginselen van de omgang met landen in acht te nemen.
Daarnaast zijn er nog quasi-statelijke machten die in verschillende regio’s volledig buiten de internationale afspraken handelen. Bovendien zijn het niet alleen de staten die de rechten van de mens schenden, maar maken diezelfde quasi-statelijke machten zich schuldig aan afschuwelijkste mensenrechtenschendingen.
Denk aan Al-Qa’ida, IS, de Taliban en talloze andere machtige terreurgroepen zoals Hezbollah, en nog een aantal groepen in Afrika.
Erdogan
Het Westen, onder leiding van de Amerikaanse president Barack Obama, ziet IS als de grootste dreiging die zorgt dat de beginselen van de realpolitik voorrang moeten krijgen. In dat kader werkt het Westen samen met regimes die zelf mensenrechtenschendingen hebben geïnstitutionaliseerd, bijvoorbeeld Qatar, Saudi-Arabië, Iran, Turkije onder president Recep Tayyip Erdogan.
Het is ironisch dat IS of de Taliban nauwelijks afwijken van de staatsreligie van Saudi-Arabië. Ook Iran deelt de ambities van de soennitische terreurgroepen: toepassing van de zuivere islam in het Midden-Oosten.
Urgent
In het contact met Saudi-Arabië, het Iraanse regime en Turkije laat Obama zien dat de mensenrechten niet langer essentieel zijn in de buitenlandse betrekkingen. Alleen Rusland wordt voortdurend onder vuur genomen vanwege de mensenrechtenschendingen.
Dat is een vreemde ontwikkeling. Ik begrijp dat de strijd tegen IS een urgente zaak is, dat kan een onderdeel worden van de realpolitik.
Maar IS is een terreurgroep die binnen een korte tijd in staat was om duizenden rekruten te werven voor de ideologie van het islamisme. Het verslaan van IS is in de laatste plaats geen militair vraagstuk, maar een ideologisch vraagstuk: welke ideologie biedt het Westen in plaats van het islamisme? Welke waarden biedt het Westen aan de inwoners van Islamitische Staat?
Vergeetachtig
Mensenrechten vormen het hart van het ideologische conflict. Dat wordt weleens vergeten. Godsdienstvrijheid, het gelijkheidsbeginsel, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging: het zijn de kernwaarden waarover deze strijd gaat. Dat wordt vergeten in Brussel en Washington.
Het bewijs van deze vergeetachtige houding zien we in de atoomdeal met Iran. Alsof het een teken van normaliteit is wanneer het Iraanse regime zich aan de atoomdeal houdt.
Terwijl het Iraanse regime in werkelijkheid met of zonder een atoomdeal is gefundeerd in de mensenrechtenschendingen. Het regime is een institutionalisering van mensenrechtenschendingen.
Noodtoestand
In Washington en Brussel spreken ze niet meer over de mensenrechten in Iran, Turkije, Irak of Saudi-Arabië. Er moet een balans zijn tussen realpolitik tijdens een noodtoestand en de mensenrechten.
De balans in internationale betrekkingen is zoek. In Washington en Brussel verwaarlozen de politici de kernwaarden van de westerse politiek.