De Verenigde Staten hebben Cuba meer dan een halve eeuw in een steriel isolement gehouden. Dat is contraproductief geweest.
Sinds vrijdag 14 augustus wappert de Stars and Stripes weer fier boven de Malecón, de grote boulevard die Havana omsluit. Het dundoek had daar 54 jaar ontbroken. In de eerste dagen van januari 1961 hadden drie mariniers de Amerikaanse vlag boven de ambassade gestreken, nadat de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Cuba van kwaad tot erger waren geworden.
Diezelfde drie (oud-)mariniers waren nu aanwezig bij de heropening van de post Havana. Amerika werd vertegenwoordigd door John Kerry, minister van Buitenlandse Zaken. Geen van zijn voorgangers had ooit communistisch Cuba bezocht.
Of deze stap binnenkort wordt gevolgd door een opheffing van het handelsembargo staat te bezien. Daarvoor is namelijk de toestemming van het Congres nodig. Dat is overwegend Republikeins van kleur en zal graag Obama’s opening naar Cuba van haar glans ontdoen.
Oude Man
Het herstel van de diplomatieke betrekkingen alleen al valt positief te waarderen. Amerika heeft Cuba meer dan een halve eeuw in een steriel isolement gehouden, gevoed met rancune. Zelfs met Vietnam waren de banden beter.
Het embargo werkte contraproductief, want het gaf president Fidel Castro telkens weer de gelegenheid met de dreigende terugkeer van de zwarte duivel Amerika te schermen en de bevolking op te roepen zich naar de loopgraven (trincheras) te begeven.
De Oude Man met de Baard kijkt anno 2015 nog steeds uit over zee en veteranen memoreren met immense trots hun zege op de gringos bij de Varkensbaai in 1961. Cuba staat ook nu nog strak van de symboliek.
Een levendige handel tussen deze twee naburige landen zou de tumor van het communisme waarschijnlijk hebben weggenomen.
Elsevier nummer 34, 22 augustus 2015