Na een nieuwe bomaanslag in de Turkse hoofdstad Ankara – de derde in een paar maanden tijd – dreigt de Turkse president Recep Tayyip Erdogan met vergelding. ‘We dwingen het terrorisme op de knieën.’
Bij de aanslag in het centrum van Ankara vielen zondagavond zeker 37 slachtoffers en raakten 122 mensen gewond. Een auto vol explosieven werd op een druk knooppunt in de stad tot ontploffing gebracht, in de buurt van een volle bus. Een of twee van de doden waren de aanslagplegers, aldus Turkse regeringsbronnen.
??#Ankara, #Güvenpark, #Kızılay‘da meydana gelen patlamada yaralıların olduğu bilgisi var#Türkiye pic.twitter.com/sJm1O3Bu5k
— Mete Sohtaoğlu (@metesohtaoglu) 13 maart 2016
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het is nog onduidelijk wie achter de aanslag zit, maar de Turkse overheid verdenkt de Syrische Koerden. Een maand geleden pleegde een aan de PKK-gelieerde beweging een soortgelijke bomaanslag in het centrum van Ankara. Daarbij vielen 29 doden, grotendeels militairen.
Doelwit
De Turkse hoofdstad is de laatste tijd veelvuldig doelwit van terroristen. In oktober vorig jaar vielen 103 doden bij een bomaanslag in de buurt van een groot treinstation in Ankara. Die aanslag werd opgeëist door aanhangers van Islamitische Staat (IS).
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan veroordeelde de aanslag van zondag en noemde ‘instabiliteit in de regio’ de reden voor de reeks terreuraanvallen. Hij dreigde met vergelding. ‘Ons land zal nooit verzaken aan ons recht op zelfverdediging tegen elke vorm van terreur. We krijgen het terrorisme op de knieën.’ Op maandag voerde het Turkse leger luchtaanvallen uit op Koerdische militanten in Noord-Irak, mogelijk een reactie op de bomaanslag in Ankara.
Lees ook: Hoe Erdogans oorlog de relatie met Amerika op scherp zet
Opvallend is dat de Amerikaanse ambassade in Turkije de aanslag van zondag had voorspeld. Het stuurde vrijdag een mail rond waarin werd gewaarschuwd voor een mogelijke aanslag in de Turkse hoofdstad. Amerikaanse burgers werd geadviseerd uit de buurt te blijven van overheidsgebouwen en het centrum van Ankara zoveel mogelijk te mijden.