De laatste dag van de Syrische wapenstilstand heeft toch weer doden met zich meegebracht. Meer dan twintig mensen kwamen om op de laatste dag van het ‘regime van stilte’.
In Darkush, een populaire vakantieplaats in de Syrische provincie Idlib vlakbij de Turkse grens, kwamen 23 mensen om door luchtaanvallen, meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten vrijdag.
Korte wapenstilstand
Idlib wordt voor het grootste gedeelte gecontroleerd door verschillende oppositiegroepen en het Al Nusra-front, de Syrische tak van terreurbeweging Al-Qa’ida. De mensen die zich daar bevonden, waren daar vermoedelijk voor de viering van het suikerfeest.
Ook in Aleppo, waar rebellen het vuur openden op regeringsgebieden, werden 25 mensen gedood. Vrijdag was de laatste dag van de korte wapenstilstand, die speciaal voor de viering van het islamitische suikerfeest werd ingelast door de regering. Het zou dan ook maar drie dagen duren. Kort na de aankondiging verklaarde ook het overkoepelende orgaan van Syrische oppositiegroepen (HNC) mee te doen.
Toch leek het vanaf het begin af aan al niet veel uit te halen. Donderdag wisten Syrische regeringstroepen Aleppo verder te omsingelen. Ook bij dit offensief kwamen minstens 25 mensen om het leven, en raakten meer dan 120 burgers gewond.
Eerdere wapenstilstand
Russische en Syrische vliegtuigen voerden vrijdag luchtaanvallen uit op verschillende plekken in Syrië, maar het is niet bekend wie de luchtaanvallen op het plaatsje in Idlib uitvoerde.
Een eerdere wapenstilstand, die in februari werd afgekondigd door verschillende nationale en internationale partijen, leek ene paar weken lang veelbelovend met een drastische afname in het aantal burgerdoden. Toch is die wapenstilstand ook weer geklapt. Voor de suikerfeest-wapenstilstand kondigden rebellenmilities al aan zich alleen aan het staakt-het-vuren te houden als de Syrische regering dat ook deed.